Herhalingsweek M1A / M1B / M1C

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Grammatica herhalen 
  1. Het zelfstandig naamwoord
  2. Het werkwoord in de tegenwoordige tijd 

Slide 2 - Tekstslide

Het zelfstandig naamwoord

  • der: mannelijk
  • die: vrouwelijk
  • das: onzijdig
  • die: meervoud 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Woordweb

Bepaal het lidwoord

Opa
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 5 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Mädchen
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 6 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Lehrerin
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 7 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Schüler
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 8 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Klasse
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 9 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Rose
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 10 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Stier
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 11 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Buch
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 12 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Mutter
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 13 - Quizvraag

Bepaal het lidwoord

Bruder
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 14 - Quizvraag

Het werkwoord 
  • ich                    wohne
  • du                     wohnst
  • er/sie/es        wohnt
  • wir                    wohnen
  • ihr                     wohnt
  • sie/Sie            wohnen
                                   (fe)esttenten)

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak ik een stam in het Duits?
Bijvoorbeeld van het werkwoord "schreiben"

Slide 16 - Open vraag

schreiben
schreibt
schreiben
schreibt
schreibst
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
schreibe

Slide 17 - Sleepvraag

Maak de zin af:

Was ___ du heute nach der Schule?
A
mache
B
machst
C
machen
D
macht

Slide 18 - Quizvraag

Maak de zin af:

Tom und Lisa ___ alles zusammen.
A
mache
B
machst
C
machen
D
macht

Slide 19 - Quizvraag

Maak de zin af:

Mein Vater ___ Fußball.
A
liebe
B
liebst
C
lieben
D
liebt

Slide 20 - Quizvraag

Maak de zin af:

Wir ___ Katzen.
A
liebe
B
liebst
C
lieben
D
liebt

Slide 21 - Quizvraag

Maak de zin af:

Ich ___ zusammen mit meinen Eltern.
A
wohne
B
wohnst
C
wohnen
D
wohnt

Slide 22 - Quizvraag

Maak de zin af:

Ihr ___ zusammen mit euren Eltern.
A
wohne
B
wohnst
C
wohnen
D
wohnt

Slide 23 - Quizvraag

Maak de zin af:

Herr Müller, ___ Sie Gitarre?
A
spiele
B
spielst
C
spielen
D
spielt

Slide 24 - Quizvraag

Maak de zin af:

Tom ___ gerne Fußball.
A
spiele
B
spielst
C
spielen
D
spielt

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide