In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Programma
Boek verkennen
Aan de slag
Terugblik
Slide 1 - Tekstslide
Verkennen
Het geschiedenis boek bestaat uit verschillende hoofdstukken die jij moet gebruiken om informatie uit op te zoeken.
Hierbij volgt een kleine oefening.
Vul het stencil in.
Geen internet, alleen het boek
Rustig overleggen in tweetallen
timer
12:00
Slide 2 - Tekstslide
Geef een omschrijving van het vak geschiedenis
Slide 3 - Open vraag
Waarom leer je over geschiedenis?
Slide 4 - Open vraag
Geschiedenis
De industriële samenleving in Nederland
in Engeland
Slide 5 - Tekstslide
Inhoud van het boek
H1 De industriële samenleving in Engeland
H2 De industriële samenleving in Nederland
H3 De sociale verhoudingen in Nederland
H4 Welvaart voor iedereen
Slide 6 - Tekstslide
H1 De industriële samenleving in Engeland
H2 De industriële samenleving in Nederland
H3 De sociale verhoudingen in Nederland
H4 Welvaart voor iedereen
Slide 7 - Tekstslide
De industriële revolutie in
Engeland
Waarom begon de Industriele revolutie in Engeland ?
Oorzaken: Bevolkingsgroei, grondstoffen en stabiele politieke situatie
Slide 8 - Tekstslide
Wat gebeurde er tijdens de Industriële Revolutie?
Slide 9 - Woordweb
Opdrachten
Industriele samenleving in Nederland
Lezen blz. 4 en 5.
Maken opdracht 1 t/m 5 - (blz. 6)
timer
12:00
Slide 10 - Tekstslide
Les 2
Slide 11 - Tekstslide
Programma
Vorige les
Industriële revolutie
Video
Aan de slag
Terugblik
Slide 12 - Tekstslide
Waarom begon de Industriële Revolutie in Engeland?
A
Omdat die altijd de eerste zijn
B
Omdat het een eiland is
C
Omdat ze voldoende grondstoffen hadden
D
Omdat ze toe waren aan iets nieuws
Slide 13 - Quizvraag
Wat houdt industrialisatie in?
A
Automatisering
B
Komst van fabrieken
C
Verstedelijking
D
Thuis produceren
Slide 14 - Quizvraag
Kun je spreken van een revolutie binnen de industrie? Waarom wel/niet?
Slide 15 - Open vraag
Steden
De meeste mensen woonden
Reizen gebeurde
In straten van steden
waren
[..............................]
werden
[..............................]
op het
[..............................]
in een
[..............................]
meestal
[..............................]
meer met de
[..............................]
was het 's nachts
[..............................]
was
[..............................]
In 1800
In 1900
Plaats de woorden op de juiste plek in de tabel.
Continuïteit en verandering
klein
groot
platteland
stad
te voet
trein
pikdonker
verlichting
Slide 16 - Sleepvraag
Leerdoelen
Je weet waarom de Industriële Revolutie in Engeland begon.
Je weet hoe de Industriële Revolutie in Engeland verliep.
Slide 17 - Tekstslide
Oorzaken Industriële Revolutie
Agrarische revolutie
Mechanisering
Demografische revolutie
Slide 18 - Tekstslide
Agrarische Revolutie
Adel werd grootgrondbezitter
Machines voor landbouw (mechanisering)
Nieuwe gewassen (aardappel) en zaaizaad
Betere (kunst)mest
Dieren fokken
Slide 19 - Tekstslide
Demografische Revolutie
Oorzaken:
Meer eten beschikbaar
Betere medische zorg en hygiëne
Gevolgen:
Minder sterfte
Meer geboortes
Slide 20 - Tekstslide
Huisnijverheid
Kleinschalig maken van producten in eigen huis
Vaak bijbaan naast landbouw
Nieuwe machines:
Spinning Jenny (1765)
Slide 21 - Tekstslide
Wat hoort niet bij de agrarische revolutie?
A
Schaalvergroting
B
Nieuwe gewassen
C
Mechanisering
D
Industrialisatie
Slide 22 - Quizvraag
Waardoor kwamen er meer mensen (demografische revolutie)?
A
Betere medicijnen en kennis
B
Urbanisatie
C
Hogere sterfte
D
Veel geboortes
Slide 23 - Quizvraag
Wat houdt huisnijverheid in?
A
Thuis grootschalig produceren
B
Thuisproductie met waterraden
C
Thuis kleinschalig produceren
D
Thuis landbouw-producten verkopen
Slide 24 - Quizvraag
Video
De stoommachine
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland
Slide 27 - Sleepvraag
Spierkracht>Waterkracht>Stoomkracht
Spierkracht: aangedreven door mensen of dieren
Natuurkracht: aangedreven door water of wind
Stoomkracht: aangedreven door stoom
Slide 28 - Tekstslide
Industrieel kapitalisme
Slide 29 - Tekstslide
Slechte arbeidsomstandigheden
Gevolg van kapitalisme: arbeiders uitgebuit
Lange werktijden en weinig pauze
Onveilige machines, veel ongelukken
Zwaar werk en vuile ruimtes, veel ziektes
Weinig tot geen vrije dagen
Lage lonen
Slide 30 - Tekstslide
Geen riolering, water, bestrating, vuilnisdienst, verlichting. Erg kleine huizen (één familie per kamer), dicht op elkaar, niet geïsoleerd, geen hygiëne, veel ziektes, vlakbij ongezonde fabrieken.
Verstedelijking, mensen verhuizen van platteland naar de stad.
Urbanisatie
Woonomstandigheden
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag
Industriele samenleving in Nederland. Lezen blz. 4 en 5. Maken opdracht 1 t/m 5 - (blz. 6)