HV1 les 2 + 3 (Grammatica: PV, zinsdelen & Ond)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Telefoon in je tas, iPad dicht op tafel

Lesprogramma 

Weekdoelen

Oefening

Werken en uitleg: zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde

Afsluiten

Weekdoelen

- Je weet wat er in periode 3 van je wordt verwacht.

- Je weet hoe je de persoonsvorm vindt, hoe je de zin in zinsdelen verdeelt en hoe je het onderwerp vindt.

- Je weet hoe de werkwoorden gespeld worden.

Persoonsvorm/ Zinsdelen/ Onderwerp

Zinsdelen combineren

• Je werkt eerst alleen en daarna samen met je buur.
• Je krijgt een schrijfpapier.

Schrijf individueel op je blad:

1. Zoveel mogelijk persoonsvormen
2. Zoveel mogelijk verschillende onderwerpen

Klaar?

Maak samenzoveel mogelijk combinaties. Zorg dat ow en wg in 

getal met elkaar overeen komen. Welke combinatie het leukst?

Vul ten minste 3 goede combinaties in

Zoek de zinsdelen als volgt:

• PV: het werkwoord dat van tijd veranderen kan is de PV.
• WG: alle werkwoorden + de PV (+ 'aan het'/ 'te' / splitsbaar ww)
• OW: wie/ wat + WG = onderwerp
• Daarna volgen LV, MV en BWB - deze hoef je nu nog niet te kennen
• De docent / legt/ de zinsdelen/ uit.
• De zinsdelen /legt /de docent /uit

Onderwerp

Het onderwerp (OW) is degene die iets doet of iets is in de zin.

Stel de vraag: wie of wat + WG = onderwerp

De hond /eet/ de plakken kaas/ van het aanrecht.

Aan mijn moeder /geeft/ mijn broer /een mooie bos/ bloemen.

Het gebouw /staat /daar/ al vijftig jaar.

Onderwerp

Het onderwerp: 

Wie of wat? + PV

Het onderwerp

Wie of wat? + PV

• Luka fietst elke ochtend naar school.

• De juf geeft weinig huiswerk voor morgenvroeg.

• De knappe, slimme maar toch ook vervelende jongen slaat het 

meisje met een pen.

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde (WWG) bestaat uit alle werkwoorden in een zin. 

Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde.

Bij het werkwoordelijk gezegde doet iemand iets.

Let op:

aan het fietsen > 'aan het' hoort erbij

te kijken > 'te' hoort erbij

wast zich > 'zich hoort erbij'

Extra uitleg?

Gebruik de theorie van de methode en/of het stencil op its!

Maak:

>> De brug, grammatica zinsdelen

>> Volg de planning

>> Lees EERST de uitleg, maak DAARNA de opdracht pas. 

>> Stel eventueel je vragen aan mij.

>> Werk alleen.

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Klaar?

Maak eventueel 6, 7 en 8 ook.

Op de iPad - print screen:

ALTIJD, bij ELKE zin. Daarna vul je het antwoord pas in.

Maak:

>> H1 persoonsvorm en zinsdelen

>> Zie de studiewijzer voor de opdrachten.

>> Lees EERST de uitleg, maak DAARNA de opdracht pas. 

>> Gebruik het overzicht zinsdelen op Its als extra uitleg.

>> Vraag eventueel om hulp.

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Klaar?

Maak H2 grammatica onderwerp. Zie de studiewijzer voor de juiste opdrachten.

Zet de zin in de verleden tijd:

Op Facebook heeft Marnix meer dan 700 vrienden verzameld.

Verdeel de zin in zinsdelen:

Op Facebook heeft Marnix meer dan 700 vrienden verzameld.

Noteer de persoonsvorm van deze zin:

Echte vrienden kunnen een geheim bewaren.

Noteer het onderwerp van deze zin:

Aardbevingen worden dikwijls gevolgd door meerdere naschokken.

Noteer het onderwerp van deze zin:

Deze winter zal ons vakantiehuis door de plaatselijke aannemer worden opgeknapt.

Wat ging vandaag goed?

Wat kon beter?
Waar heb je extra hulp bij nodig?

Wat kun je al heel goed zelf?

>> Bespreek met de persoon naast je. 

WEEKDOELEN:

- Je weet wat er in periode 3 van je wordt verwacht.

- Je weet hoe je de persoonsvorm vindt, hoe je de zin in zinsdelen verdeelt en hoe je het onderwerp vindt.

- Je weet hoe de werkwoorden gespeld worden.

Huiswerk & TaalVout

Huiswerk:

• Neem volgens SOM je leesboek mee.

Maandag moet de planning af zijn!