herhaling woordenschat, spelling en werkwoordspelling H4

herhaling woordenschat, spelling en formuleren
week 17+18: vakantie
week 21-23: tentamens presentatie
week 20: 2e toets van woordenschat (paragraaf 1 en 3)
week 22: herkansing toets formuleren (paragraaf 1 t/m 7 en 10 (alleen opdr. 1 t/m 5)
week 24: herkansing toets spelling (paragraaf 1 t/m 13)
week 25/26 toetsweek: toets betoog schrijven
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

herhaling woordenschat, spelling en formuleren
week 17+18: vakantie
week 21-23: tentamens presentatie
week 20: 2e toets van woordenschat (paragraaf 1 en 3)
week 22: herkansing toets formuleren (paragraaf 1 t/m 7 en 10 (alleen opdr. 1 t/m 5)
week 24: herkansing toets spelling (paragraaf 1 t/m 13)
week 25/26 toetsweek: toets betoog schrijven

Slide 1 - Tekstslide

leken
ornithologen
rivalen
vogeldeskundigen
niet-deskundigen
concurrenten

Slide 2 - Sleepvraag

gemeengoed
banaal
eufemistisch
verzachtend
alledaags
algemeen voorkomend

Slide 3 - Sleepvraag

Waar staan de werkwoordsvormen correct geschreven?
A
Onthoud dat je niet verzekerd bent, als je bij de zaag de veiligheidskap verwijdert.
B
Onthoudt dat je niet verzekerd bent, als je bij de zaag de veiligheidskap verwijderd.
C
Onthoud dat je niet verzekerd bent, als je bij de zaag de veiligheidskap verwijderd.
D
Onthoudt dat je niet verzekert bent, als je bij de zaag de veiligheidskap verwijdert.

Slide 4 - Quizvraag

Waar staan de drie woorden alle drie op de juiste wijze in het meervoud?
A
alpaca's - datums - hairspray's
B
alpaca's - data - hairsprays
C
alpacas - datums - hairsprays
D
alpacas - data's - hairspray's

Slide 5 - Quizvraag

Waar staan de drie woorden alle drie op de juiste wijze geschreven?
A
apetrots - staatsschuld - groentensoep
B
apentrots- staatschuld - groentesoep
C
apentrots- staatschuld - groentensoep
D
apetrots - staatsschuld- groentesoep

Slide 6 - Quizvraag

Waar staan de drie woorden alle drie op de juiste wijze geschreven?
A
renteïnkomsten - televisieomroep - Nieuwzeeland
B
rente-inkomsten - televisieomroep - Nieuw-Zeeland
C
renteïnkomsten - televisie-omroep - Nieuw-Zeeland
D
rente-inkomsten - televisie-omroep - Nieuwzeeland

Slide 7 - Quizvraag

Waar staan de drie woorden alle drie op de juiste wijze geschreven?
A
creeren - creëert - gecre-eerd
B
creëeren - creëert - gecreërd
C
creëren - creëert - gecreëerd
D
creëren - crëeert - gecreëerd

Slide 8 - Quizvraag

weinige of weinigen?
A
Slechts weinigen hebben de stof van spelling al heel goed geleerd.
B
Slechts weinige hebben de stof van spelling al heel goed geleerd.

Slide 9 - Quizvraag

enkele of enkelen
A
De klanten droegen bijna allemaal een mondkapje, maar enkele niet.
B
De klanten droegen bijna allemaal een mondkapje, maar enkelen niet.

Slide 10 - Quizvraag

Waar staan de lastige woorden alle drie op de juiste wijze geschreven?
A
barbequën - minitieus -racisme
B
barbecuën - minutieus - rascisme
C
barbecueën - minutieus - racisme
D
barbecueën - minitieus - rascisme

Slide 11 - Quizvraag

Waar zijn twee keer juiste verwijswoorden gebruikt?
A
De vereniging vroeg haar leden om extra geld voor het voorstel dat gedaan werd.
B
De vereniging vroeg zijn leden om extra geld voor het voorstel wat gedaan werd.
C
De vereniging vroeg haar leden om extra geld voor het voorstel wat gedaan werd.
D
De vereniging vroeg zijn leden om extra geld voor het voorstel dat gedaan werd.

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin klopt?
A
Bijna 80 procent van de burgers zijn tevreden over het coronabeleid.
B
Bijna 80 procent van de burgers is tevreden over het coronabeleid.

Slide 13 - Quizvraag

Is deze beknopte bijzin juist of onjuist?
Op mijn fiets door het bos rijdend, stak vlak voor mij een wild zwijn over.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

taal noch teken
kant noch wal raken
tegen heug en meug
met grote tegenzin
nergens op slaan
geen enkel bericht

Slide 15 - Sleepvraag