Introductie BI

Onderzoek doen
Meneer Koopman is gevraagd om onderzoek te doen naar de kleur auto's die rondrijden in de staat Florida. Om dit onderzoek uit te voeren heeft hij jullie hulp nodig. Jullie gaan namelijk op een stoel langs de kant van de weg zitten en auto's tellen. Meneer Koopman is geïnteresseerd in 2 dingen:
- totaal aantal auto's die langsrijden
- hoeveel auto's zijn er wit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Onderzoek doen
Meneer Koopman is gevraagd om onderzoek te doen naar de kleur auto's die rondrijden in de staat Florida. Om dit onderzoek uit te voeren heeft hij jullie hulp nodig. Jullie gaan namelijk op een stoel langs de kant van de weg zitten en auto's tellen. Meneer Koopman is geïnteresseerd in 2 dingen:
- totaal aantal auto's die langsrijden
- hoeveel auto's zijn er wit

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor een variabele is
"kleur van een auto"
A
nominaal
B
ordinaal
C
kwantitatief discreet
D
kwantitatief continue

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Hoeveel auto's reden er voorbij?
Hoeveel van die auto's waren wit?

Slide 4 - Open vraag

Welke steekproefproportie horende bij het aantal witte auto's heb jij gevonden? Geef hem in twee decimalen.

Slide 5 - Woordweb

3

Slide 6 - Video

01:39
Hoe komen wij aan een proportie van 0.09?

Slide 7 - Open vraag

02:38
We zien dat elke steekproef weer een andere steekproefproportie oplevert
Tussen welke waardes zitten de steekproefproporties een beetje?

Slide 8 - Open vraag

03:01
Welke vorm ontstaat er bij een steekproevenverdeling?
A
Links-scheve verdeling
B
Rechts-scheve verdeling
C
Tweetoppige verdeling
D
Normale verdeling

Slide 9 - Quizvraag

Lees theorie §6.3A

Slide 10 - Tekstslide

Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een steekproevenverdeling is?

Slide 11 - Open vraag

Waarom mogen wij bij het rekenen met een steekproevenverdeling de vuistregels van de normale verdeling gebruiken?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent het symbool p
A
De populatieproportie
B
De steekproefproportie
C
De lengte van één steekproef
D
De standaardafwijking

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent het symbool
A
De populatieproportie
B
De steekproefproportie
C
De lengte van één steekproef
D
De standaardafwijking

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil in betekenis tussen de populatieproportie en de steekproefproportie

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent het symbool n
A
De populatieproportie
B
De steekproefproportie
C
De lengte van één steekproef
D
De standaardafwijking

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent het symbool
A
De populatieproportie
B
De steekproefproportie
C
De lengte van één steekproef
D
De standaardafwijking

Slide 17 - Quizvraag

Opgave 28
Loop je vast?
Zie het voorbeeld van de theorie van §6.3A

Slide 18 - Tekstslide

Klaar?
Maak opgave 29 of 30 (beide medium)

Slide 19 - Tekstslide