4.4 - Samen leven T1

Thema 4: Gedrag
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

In dit hoofdstuk:
4.1 - Prikkels en gedrag
4.2 - Leren
4.3 - Lichaamstaal
4.4 - Samen leven
4.5 - Samenhang: De dierenopvang

Slide 2 - Tekstslide

4.4 - Samen leven

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit bestaat lichaamstaal?

Slide 4 - Open vraag

Waar of niet waar?
Twee verschillende soorten begrijpen elkaars lichaamstaal altijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Mensen snappen elkaars lichaamstaal door te kijken naar ogen, neus en mond
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Door welke signalen willen dieren voor hun jonkies zorgen?
A
Gekke signalen
B
Normale signalen
C
Overdreven signalen
D
Gedreven signalen

Slide 7 - Quizvraag

4.4 - Samen leven

Slide 8 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf:
Je weet hoe dieren samenwerken
Je kan vertellen waarom dieren samenwerken
Je weet hoe dieren bepalen wie de baas is
Je weet hoe je het noemt als een dier de baas is
Je kan uitleggen hoe dieren een partner kiezen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe werken dieren samen?
Veel dieren werken samen
- Grotere kans op overleven
- Taakverdeling

Samenwerken gaat alleen goed als iedereen doet wat verwacht wordt

Slide 10 - Tekstslide

Hoe werken dieren samen?
vb: 
- Bijen hebben werksters, een koningin en darren met eigen functie
- Wolven hebben een eigen taak bij het jagen op een prooi
- Ganzen eten in groepen, terwijl 1 de omgeving in de gaten houdt


Slide 11 - Tekstslide

Wie is de baas?
Rol in de groep: Dominant of onderdanig
Dominante dieren: bovenaan in rangorde
Gedrag van dominante en onderdanige dieren verschilt

Onderdanige honden gaan op hun rug liggen als ze vechten met een dominante soortgenoot

Slide 12 - Tekstslide

Wie is de baas?
Bij sommige soorten noemen we rangorde de pikorde
Dit is bij kippen, waar de meest dominante hanen/hennen als eerste eten en zij pikken de minder dominante soortgenoten

Slide 13 - Tekstslide

Ruzie
Dreigen - bepalen wie de sterkste is zonder te vechten -> grommende honden, blazende katten

Overspronggedrag - Gedrag dat niet past in het moment: Als kan niet weet of hij moet aanvallen of vluchten, gaat hij zichzelf wassen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een reden voor dieren om in een groep te leven?

Slide 15 - Open vraag

Hoe heet een dier dat de baas is?
A
Dominant
B
Onderdanig

Slide 16 - Quizvraag

Een dominant dier... (kies het beste antwoord)
A
Staat altijd onderaan de rangorde
B
Staat altijd bovenaan de rangorde
C
Staat altijd boven een onderdanig dier
D
Valt buiten de rangorde

Slide 17 - Quizvraag

Een kat die blaast naar een andere kat, en zich dan begint te likken, vertoont...
A
Alleen dreiggedrag
B
Alleen overspronggedrag
C
Eerst overspronggedrag en dan dreiggedrag
D
Eerst dreiggedrag en dan overspronggedrag

Slide 18 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 
  • 4.4 - Opdracht 3 tot en met 15 (tlh)


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video