Fictie en Poëzie les 7: Stijlfiguren herhaling


Nederlands
Fictie & Poëzie - Stijlfiguren herhaling
Les 7
G3 - P1 2022/2023


timer
15:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Fictie & Poëzie - Stijlfiguren herhaling
Les 7
G3 - P1 2022/2023


timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik & Vooruitblik
  • Je kent nu 9 verschillende stijlfiguren en 4 verschillende vormen van beeldspraak.
  • Aan het einde van deze les heb je verder geoefend met de verschillende stijlfiguren en heb je een tekst geschreven met daarin 9 verschillende stijlfiguren en 4 verschillende vormen van beeldspraak

Slide 2 - Tekstslide

Welk stijlfiguur is dit?
's Lands grootste kruidenier gaat op de kleintjes letten.
A
Paradox
B
Tegenstelling
C
Hyperbool
D
Understatement

Slide 3 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
Nooit, nooit ga ik daar nog een naar toe!
A
Eufemisme
B
Hyperbool
C
Herhaling
D
Understatement

Slide 4 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
‘Het ziet er weer schitterend uit’, zei de trainer toen we in de drenzende regen liepen.
A
Paradox
B
Sarcasme
C
Herhaling
D
Ironie

Slide 5 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
Weinig alcohol kan te veel zijn.
A
Paradox
B
Tegenstelling
C
Ironie
D
Understatement

Slide 6 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
‘Goh, je meent het’, als je de ander niet serieus neemt.
A
Paradox
B
Ironie
C
Tegenstelling
D
Sarcasme

Slide 7 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
De arme zwerver lag in de winter in de kou.
A
Tautologie
B
Paradox
C
Pleonasme
D
Herhaling

Slide 8 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
Hebben wij dat niet allemaal wel eens gewild?
A
Retorische vraag
B
Paradox
C
Pleonasme
D
Tautologie

Slide 9 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
Hij werd met veel pracht en praal begraven.
A
Tautologie
B
Paradox
C
Pleonasme
D
Herhaling

Slide 10 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
Dat evenement was een geslaagd succes!
A
Tautologie
B
Paradox
C
Pleonasme
D
Herhaling

Slide 11 - Quizvraag

Welk stijlfiguur is dit?
Twee, zes, twintig, honderd mensen kwamen naar het feest toe.

Slide 12 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een pleonasme...

Slide 13 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een tautologie...

Slide 14 - Open vraag

Welk stijlfiguur is dit?
Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.

Slide 15 - Open vraag

Welk stijlfiguur is dit?
Toen zijn partij weer vier zetels had gewonnen in de peilingen reageerde de fractieleider met: ‘Niet slecht’.

Slide 16 - Open vraag