Zorgsystemen 40 oefenvragen

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 2

1.Welke drie soorten hygiëne kun je noemen?

2.Handen wassen, dit valt onder?

1. Bedrijfshygiëne
2. Proceshygiëne
3. Persoonlijke hygiëne
4. Hygiëne bij verwerking

3.Een wondje verzorgen met een pleister valt onder:

1. Bedrijfshygiëne
2. Proceshygiëne
3. Persoonlijke hygiëne
4. Hygiëne bij verwerking

4.HACCP, wat betekenen deze letters?

5.Bacteriën delen zich onder ideale omstandigheden iedere?

1. 10 min
2. 30 min
3. 20 min
4. 50 min

6.Ieder voedingsmiddel bevat bij aanvang van het productieproces bacteriën, dit noemen we?

1. Kruisbesmetting
2. Na besmetting
3. Herbezetting
4. Aanvangskiemgetal

7.ISO staat voor?

8.BRC staat voor?

9.Dat bedrijven producten en productieprocessen moeten beveiligen tegen
opzettelijke besmetting door personen die slechte bedoelingen hebben noemen we:

1. IFS
2. Fooddefense
3. ISO
4. FSSC 22000

10.Bacteriegroei gaat langzamer bij?

1. 100 graden
2. 37 graden
3. 7 graden
4. -18 graden

11.NVWA staat voor?

12.Wat doet de NVWA niet?

1. Toezicht houden
2. Schoonmaken
3. Communiceren
4. Onderzoeken

14.Geef een omschrijving van allergenen?

15.Benoem vijf allergenen

16.
Geef een omschrijving van de term reinigen?

17.Ontsmetten noem je ook wel?

1. Desinfecteren
2. Reinigen
3. Schoonmaken
4. Infecteren

18.Uit welke vier onderdelen bestaat de 4M methode?

Mens

machine

materiaal

methode 

19.Noem twee maatregelen van ARBO voor de werkgever?

Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op een juiste wijze gebruiken.

• Op arbeidsmiddelen aangebrachte beveiligingen niet veranderen en niet

weghalen en deze beveiligingen op de juiste wijze gebruiken.

• Door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen

(PBM’s) op een juiste manier gebruiken en op de daarvoor bestemde plaats

opbergen.

• Meewerken aan de voor werknemers georganiseerde instructie (‘onderricht’).

• De werkgever inlichten over opgemerkte gevaren voor de veiligheid en

gezondheid in het bedrijf.

• De werkgever en andere deskundige personen (preventiemedewerker, bhv'er,

arbodienstverlener) indien nodig bijstaan bij de uitvoering van hun verplichtingen.

20.Noem twee maatregelen van ARBO waar de werknemer zich aan moet houden?

Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op een juiste wijze gebruiken.

• Op arbeidsmiddelen aangebrachte beveiligingen niet veranderen en niet

weghalen en deze beveiligingen op de juiste wijze gebruiken.

• Door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen

(PBM’s) op een juiste manier gebruiken en op de daarvoor bestemde plaats

opbergen.

• Meewerken aan de voor werknemers georganiseerde instructie (‘onderricht’).

• De werkgever inlichten over opgemerkte gevaren voor de veiligheid en

gezondheid in het bedrijf.

• De werkgever en andere deskundige personen (preventiemedewerker, bhv'er,

arbodienstverlener) indien nodig bijstaan bij de uitvoering van hun verplichtingen.

21.Een besmetting door een schimmel is?

1. Allergenen
2. Microbiologisch gevaar
3. Fysisch gevaar
4. Chemisch gevaar

22.Welke vier factoren zijn van belang bij de cirkel van Sinner?

• tijd

• temperatuur

• actie (energie die het kost om schoon te maken)

• reinigingsmiddelen

23.Als er na het vrijmaken van MO weer besmetting plaatsvind noem je dit?

1. Kruisbesmetting
2. Ontsmetting
3. Herbesmetting
4. Nabesmetting

24.Als je een rauw product snijdt met hetzelfde mes en daarna een gegaard product is dit?

1. Kruisbesmetting
2. Ontsmetting
3. Herbesmetting
4. Nabesmetting

25.Wie controleert de naleving van de ARBO-wet?

1. NVWA
2. Inspectie SWZ
3. ISO
4. Fooddefense

26.Noem vier factoren die de kwaliteit kunnen bepalen?

• prijs

• duurzaamheid

• gebruiksaanwijzing

• houdbaarheid

• klantvriendelijkheid

• uitstraling

• versheid

• hoeveelheid

• levering

• veiligheid

27.In de kou werken valt onder?

1. Fysiek belastende factoren
2. Fysisch belastende factoren
3. Psychosociaal belastende factoren
4. geen van deze drie

28.Zwaar tillen valt onder?

1. Fysiek belastende factoren
2. Fysisch belastende factoren
3. Psychosociaal belastende factoren
4. geen van deze drie

29.Repeterende handelingen zijn?

1. Fysiek belastende factoren
2. Fysisch belastende factoren
3. Psychosociaal belastende factoren
4. geen van deze drie

30.Dat het binnenklimaat van een bedrijf goed moet zijn valt onder?

1. Fysiek belastende factoren
2. Fysisch belastende factoren
3. Psychosociaal belastende factoren
4. geen van deze drie

31.Wat versta je onder psychosociale factoren als het gaat om ARBO?

Ongewenst gedrag en werkdruk 

32.Wat betekent dit pictogram?

1. Algemeen gevaar
2. Bijtend
3. Schadelijk
4. Giftig

33.Wat betekent dit pictogram?

1. Bijtend
2. Schadelijk
3. Niet mengen
4. milieugevaarlijk

34.Waar staan de letters RIE voor?

35.Wat wordt bedoeld met ergonomie?

Ergonomie houdt zich bezig met het aanpassen van het werk aan het menselijk

lichaam, zodat het werk je lichaam zo min mogelijk belast

36.Lucht, water, geluid, trillingen, afvalstoffen,
energiegebruik en reiniging en desinfectie, dit zijn voorbeelden van?

1. Milieufactoren
2. ARBOfactoren
3. Afvalfactoren
4. HACCP

37.Het terug roepen van een product door een leverancier noemen we?

1. Recall
2. Product aansprakelijkheid
3. Traceability
4. tracking en tracing

38.Dat de producent volgens de wet aansprakelijk is voor schade veroorzaakt
door een gebrek in zijn product noemen we?

1. Recall
2. Product aansprakelijkheid
3. Traceability
4. tracking en tracing

39.Wat zijn de 3 r's als gaat om milieu?

De drie R’s staan voor:

2. Reduce: het verminderen van gebruik grondstoffen, energie en water.

3. Re-use: het hergebruiken van producten.

4. Recycle: het hergebruik van materialen.

40.Wat zijn de twee belangrijkste vormen van duurzame energie?