In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.
Voorbeeld: De jongen gaat naar een cursus, zodat hij nieuwe dingen kan leren.
Hoofdzin = De jongen gaat naar een cursus (want er staat niets tussen de persoonsvorm en het onderwerp en dat kan ook niet).
Bijzin = hij nieuwe dingen kan leren. (deze zin zou je ook kunnen weglaten en dan krijg je: Daarom gaat hij naar een cursus. Je vervangt dus de zin door het woordje 'daarom'.)
Voegwoord = zodat