E&H - werken in de winkel

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

E&H

Je hebt gekozen voor het profiel E&H.

Je gaat in deze les (nieuwe) begrippen leren, die je ook toepast in de praktijklessen.

Je hebt nodig: pen en papier!

Je mag meerdere woorden versturen! Jullie zien de woorden niet in de wolkjes. De juf ziet ze wel!

Wat weet jij al van
werken in de winkel?

Lees de tekst !  De vaktermen staan erin. Daarover krijg je vragen.

Alice en Richard zijn samen de stad in gegaan.
Richards moeder is morgen jarig en hij heeft nog geen cadeautje.
Hij weet dat ze graag een krultang wil voor haar haar.
Alice weet wel waar je dit kunt kopen. Onderweg komen ze langs een drogist.
'Kunnen we hier even naar binnen voor lippenbalsem?', vraagt ze.
Ze loopt meteen door naar de kassa. Want daar liggen ze, weet ze.
'Deze alstublieft', zegt Alice en legt de lippenbalsem op de toonbank.
De vrouw achter de kassen zoekt de barcode op het product.

'Ah, hier zit ie', lacht ze en scant het product.
'Dat is dan €1,25'. Alice geeft een briefje van 5. 
'Misschien kan ik gepast betalen', zegt ze.
'Hoeft niet hoor', antwoordt de vrouw, 'ik kan het wel wisselen. Wil je de kassabon?'

'Nee, dank u', zegt Alice en even later staan ze weer buiten.

'Ziezo, en dan nu die krultang', zegt Richard. Even verderop zit de winkel die Alice bedoelde.

Ze gaan er naar binnen en kijken wat rond. Er is niet veel keuze in krultangen.
Richard neemt een doos uit het schap. 'Dat is echt een goede krultang', zegt opeens een stem.

Naast hen staat een verkoper van de winkel. Hij knikt naar de doos:

'Mooie prijs en nog 5 jaar garantie ook!'

'Eigenlijk zoek ik de reisset van dit merk, die is handiger om mee te nemen', antwoordt Richard.

Óh eh, ja, ik weet welke je bedoelt, maar die is helaas uit ons assortiment', zegt de verkoper.

'De groothandel kon hem niet meer leveren. En wij, als detailhandel, zijn daar toch van afhankelijk.' De verkoper kijkt een beetje hulpeloos.

'Is hij ook niet meer via jullie webshop te bestellen?', vraagt Alice.

'Nee, sorry.....Maar wacht, ik kijk voor de zekerheid toch nog even in het magazijn.'

Beantwoord de vragen:
Schrijf de antwoorden op papier!

1. Alice nam de kassabon niet aan. Vind jij dat handig?

2. Ben jij weleens teleurgesteld in een winkel?

3. Hoe ging de verkoper daarmee om?

4. Koop je weleens iets in een webshop?

5. Wat dan?

Op de volgende slide ga je naar STRUX
Inloggen met boomaccount: naampro + Welkom01

Zoek de betekenis op in het beeldwoordenboek.
Schrijf dit op in je schrift of op een blaadje!

artikelen	scannen	assortiment
kassabon	barcode	garantie
wisselen	groothandel	webshop
gepast betalen	detailhandel	bestellen

https:

Sleep het plaatje naar het juiste woordje!

kassabon

webshop

scannen

groothandel

Sleep het plaatje naar het juiste woordje!

barcode

detailhandel

gepast betalen

bestellen

Er zijn meerdere zinnen goed!
Klik er 1 aan.

1. Volgens Anne smaakt deze barcode prima.
2. Deze winkel heeft een ruim assortiment.
3. Een bloemist hoort bij detailhandel.
4. De barcode is hetzelfde als een streepjescode.

Welk woord hoort NIET in het rijtje thuis?

1. gepast betalen
2. wisselen
3. assortiment
4. kassabon

Welk woord hoort NIET in het rijtje thuis?

1. garantie
2. barcode
3. kassabon
4. artikelen

Welk woord hoort NIET thuis in het rijtje?

1. detailhandel
2. barcode
3. webshop
4. groothandel

Sleep je (blauwe) woordjes naar de juiste (rode) woordjes. 

groothandel

scannen

bestellen

webshop

online winkelen

opdracht geven iets te leveren

macro

barcode

Bekijk de plaatjes.
Hoe zou je deze artikelen bij elkaar noemen?

* Schrijf de verzamelnaam van deze artikelen in je schrift.

* Bedenk nog 2 artikelen die in dit assortiment past.

Filmpje!

Op de volgende slide, klik je op de website.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen op papier!

1. De presentatrice heeft het over servies, kussens, badmat en kaarsen. Over welke afdeling gaat het?

2. Wat kun je vinden op de afdeling kantoorartikelen?

3. Wat is een shop - in - shop?

4. Wat voor werkzaamheden zijn er in een warenhuis?

https:

Ken je alle woorden al?

Draai 3x aan het wiel! 
Maak een zin met dat woord.

Welke woorden ken je
na deze les?

Wat vond je van deze les?
Wat vond je makkelijk/ moeilijk/ leuk/ saai??