3 Telefoneren/ zakelijk telefoneren 2


Telefoneren

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
IntersectoraalMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Telefoneren

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het filmpje

Maak een stappenplan voor het telefoneren

Wat zie je ?

bijv:

stap 0: lege werkplek, telefoonalfabet, pen en notities bij de hand

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Criteria


  • er zijn volgens de regels enkele telefoongesprekken gevoerd
  • er is een telefoonnotitie volgens de regels ingevuld
  • er is gebruik gemaakt van het telefoonalfabet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Internationale alfabet
A Amsterdam       H Havanna           O Oslo                 V Valencia 
B Baltimore           I Italia                      P Paris                 W Washington
C Casablanca      J Jérusalem          Q Québec           X Xantippe
D Danemark        K Kilogramme       R Roma                Y Yokohama
E Edison                L Liverpool              S Santiago          Z Zürich
F Florida               M Madagaskar         T Tripoli
G Gallipoli              N New York             U Uppsala    

Slide 6 - Tekstslide

N

D

Z

G
K
C
F
M

Slide 7 - Tekstslide

Telefoonalfabet


oefenen

Spel je eigen naam  en adres met behulp Van het telefoonalfabet.

Spel de naam van een vriend of
vriendin.

Spel de volgende woorden:

Nederlands- stagebegeleider- Willem –
Kilo – Garantie




Slide 8 - Tekstslide

Let op het volgende



Stem gebruik
Let op: Je tempo, volume en intonatie
Woord keus aan de telefoon:

Correct Nederlands (ABN)
Spreek in de tegenwoordige tijd.
Gebruik geen verkleinwoorden.

Wees behulpzaam.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is de kortste afstand tussen twee mensen?

Slide 11 - Open vraag

Binnen hoeveel beltonen moet je de telefoon opnemen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Hoe neem je op?
A
Eigen naam/naam bedrijf
B
Naam bedrijf/eigen naam

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet jij doen als de klant je iets vertelt?

Slide 14 - Woordweb

Wanneer mag je een klant in de wacht zetten?
A
Als je iets niet weet
B
Wanneer je nog geen tijd hebt
C
Nadat je gevraagd hebt of dat goed is
D
Wanneer de collega in gesprek is

Slide 15 - Quizvraag

Hoe lang mag je de klant maximaal in de wacht zetten?
A
15 seconden
B
30 seconden
C
45 seconden
D
60 seconden

Slide 16 - Quizvraag

Waarvoor staan de letters KADO?

Slide 17 - Woordweb

Wat verstaan we onder het analyseren van het gesprek?
A
Doorvragen tot je het hele verhaal begrijpt
B
Vaststellen wie belt en voor wie degene belt
C
Het noteren van de gespreksgegevens

Slide 18 - Quizvraag

Maken 
Opdracht  22 t/m 29

Blz 19 t/m 23 

Slide 19 - Tekstslide

Situatie


Situatie 1.

Roos is leerling op het Thornbelt  en gaat  haar stageadres bellen om een  afspraak te maken met mevrouw Doorn voor haar kennismaking gesprek.

Situatie 2:

Thomas heeft griep. Thomas belt naar zijn stageadres en meld bij Mevrouw Doorn zijn stage begeleider en meldt dat hij vandaag niet aanwezig kan zijn ,omdat hij ziek is.



 





      1. Slide 20 - Tekstslide

        Situatie 

        Er belt een klant die een klacht had over de hygiène van de badkamer.

        Handel de klacht netjes af en maak een notitie.

        Slide 21 - Tekstslide

        Slide 22 - Video

        Reflectie
        • Wat valt je op in deze les?
        • Noem een verbeterpunt in het telefoneren die je hebt gekregen van de beoordelaar.

        Slide 23 - Tekstslide