Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Aller
Bonjour
Vandaag leren we een nieuw werkwoord...
Welke kennen jullie al???
être (zijn)
avoir (hebben)
faire (doen/ maken)
regelmatige ww -ER (zoals parler, regarder, écouter, aimer)
Het nieuwe werkwoord is
aller
, dan kan je vertellen waar je naartoe
gaat
.
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bonjour
Vandaag leren we een nieuw werkwoord...
Welke kennen jullie al???
être (zijn)
avoir (hebben)
faire (doen/ maken)
regelmatige ww -ER (zoals parler, regarder, écouter, aimer)
Het nieuwe werkwoord is
aller
, dan kan je vertellen waar je naartoe
gaat
.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
het rijte van être met vertalingen
het être rijtje gaat zo
je suis - ik ben
tu es - jij bent
il/elle est - hij zij is
on est - wij zijn
nous sommes - wij zijn
vous êtes - jullie zijn/u bent
ils/elles sont - zij zijn
Je kan de persoonlijke naamwoorden vervangen door namen
Slide 3 - Tekstslide
tu (être)
A
as
B
es
C
est
D
a
Slide 4 - Quizvraag
Ils (être)
A
sont
B
est
C
sommes
D
être
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van être:
Elle ... à l'école.
A
suis
B
es
C
est
Slide 6 - Quizvraag
Vous (être)
Slide 7 - Open vraag
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
Slide 8 - Tekstslide
Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont
Slide 9 - Quizvraag
Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 10 - Quizvraag
Tu .... une sœur?
A
ont
B
a
C
as
D
avons
Slide 11 - Quizvraag
Vous ..... une grande chambre?
A
ai
B
avez
C
avons
D
as
Slide 12 - Quizvraag
La ville .... beaucoup de magasins
A
avons
B
a
C
est
D
ont
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Faire = maken/doen
je fais
= ik maak/doe
tu fais
= jij maakt/doet
il fait
= hij maakt/doet
elle fait
= zij maakt/doet
nous faisons
= wij maken/doen
vous faites
= jullie maken/doen, u maakt/doet
ils/elles font
= zij maken/doen
Slide 15 - Tekstslide
Nous ... du sport.
A
faites
B
faisons
C
font
D
fait
Slide 16 - Quizvraag
L'élève ... ses devoirs.
A
font
B
faisons
C
fais
D
fait
Slide 17 - Quizvraag
Tu ... du tennis?
A
fais
B
fait
C
faisons
D
faites
Slide 18 - Quizvraag
Vous ... du hockey?
Slide 19 - Open vraag
Mes amis ... du foot.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op
-ER
.
Bijvoorbeeld:
danser
travailler
manger
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de
regelmatige
werkwoorden.
Slide 22 - Tekstslide
De stam
De stam maak je door
-ER
van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter.
Bijvoorbeeld:
parler --> parl-
danser --> dans-
Slide 23 - Tekstslide
De uitgangen
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de stam van het werkwoord
habiter
A
habite
B
habites
C
habit
D
habi
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de stam van het werkwoord
donner
A
donnons
B
donn
C
donne
D
donnez
Slide 26 - Quizvraag
Welke vorm klopt
je (donner)
A
donnes
B
donnons
C
done
D
donne
Slide 27 - Quizvraag
Welke vorm is juist?
nous (chanter)
A
chantons
B
chantez
C
chantent
D
chantes
Slide 28 - Quizvraag
Le verbe ALLER
Je vais Ik ga
Tu vas Jij gaat
Il/elle va Hij/zij gaat
Nous allons Wij gaan
Vous allez Jullie gaan
Ils/elles vont Zij gaan
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
ergens naartoe gaan...
aller à
= gaan naar
Achter het vorige rijtje zet je dus gewoon
à
.
Je vais à Ik ga naar
Il va à Hij gaat naar
Vous allez à Jullie gaan naar
Slide 31 - Tekstslide
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Ils ...... en ville.
A
vont
B
vas
C
va
D
vais
Slide 32 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Nous ..... manger.
A
vont
B
va
C
allons
D
allez
Slide 33 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Tu ..... au cinéma?
A
vont
B
vas
C
vais
D
va
Slide 34 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Elle ..... à la maison.
Slide 35 - Open vraag
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Je ..... faire du tennis.
Slide 36 - Open vraag
Questions
???
Maken : 14, 15
Leren : alle werkwoorden
***
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
werkwoorden brugklas + le verbe faire
September 2023
- Les met
48 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling ww
September 2023
- Les met
51 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Werkwoorden
September 2021
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
avoir être faire -er present passe compose
Januari 2023
- Les met
49 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
werkwoorden brugklas + le verbe faire
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Werkwoorden
Oktober 2023
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H6 1hv les 2 ww faire + herhaling avoir,être, aller
Mei 2022
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
P4 avoir, être, aller, faire in alle tijden
Mei 2024
- Les met
41 slides