Fantasieontwikkeling

Fantasie ontwikkeling en het jonge kind.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fantasie ontwikkeling en het jonge kind.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Een stukje theorie behandelen
-Vragenronde
-Opdracht maken en bespreken 
-Afronden 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:

-De student heeft algemene kennis over de fantasieontwikkeling bij het jonge kind.
-De student kan vertellen welke fantasieontwikkeling de kinderen meemaken per leeftijdsfase.
-De student kan de theorie toepassen op voorbeelden. 

Werkproces:

P2-K1- Opvoeden en ontwikkelen van kinderen.

Vereisten:
-'Heeft kennis van de cognitieve, sociaal emotionele en creatieve ontwikkeling van het kind'.
-'Kan de ontwikkeling van de kinderen stimuleren'.
-'Kiest passende activiteiten, leer- en ontwikkelingsmaterialen die aansluiten bij de ontwikkeldoelen'. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat houdt de cognitieve
ontwikkeling in?
(Denk bijv. aan de Fasen theorie van Jean Piaget)

Slide 4 - Woordweb

Cognitieve ontwikkeling:
De ontwikkeling van het denken, de waarneming, en de fantasie:
Het sensori-motorische stadium (0 tot 2 jaar): zintuigelijke waarneming.
Het pre-operationele stadium (2 – 7 jaar): waarneming en imitatie.
Het concreet-operationele stadium (7 tot 11 jaar): concreet denken.
Het formeel-operationele stadium (vanaf 12 jaar): Abstract denken.


Slide 5 - Tekstslide

Wat is fantasie eigenlijk?
- Het creëren van visuele beelden in ons hoofd.
-Allerlei ideeën bedenken en uitwerken zonder rekening te hoeven houden met de grenzen van de ‘echte’ wereld.
-De Fantasie van het kind ontwikkelt zich tegelijkertijd met de cognitieve ontwikkeling van het kind. 
(Hoe meer hersenactiviteiten, hoe meer fantasieontwikkeling).



Slide 6 - Tekstslide

Kinderen kunnen in de pre-operationele stadium fantaseren waar ze bang door worden, wat is hiervan de oorzaak?
A
Kinderen kijken tegenwoordig veel tv/Ipad.
B
Kinderen krijgen te maken met ongepast content op tv/Ipad.
C
Kinderen kunnen nog geen onderscheid maken tussen realiteit en denkbeelden.
D
Angst is normaal en hoort bij de ontwikkeling.

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de onderstaande 'angst-fantasie' komt vaak voor bij het pre-operationele stadium ?
A
Bang om weggespoeld te worden tijdens een wc bezoek.
B
Bang om straf te krijgen voor 'ondeugende' ideeën.
C
Het afvoerputje in de douche.
D
Angst om te vliegen want het vliegtuig kan neerstorten.

Slide 8 - Quizvraag

Fantasie zie je terug bij...
-Kinderen van 1 jaar die het leuk om mensen om zich heen na te doen. Ze willen ook koffiedrinken, opa bellen, stofzuigen..
-Kinderen vanaf 2 jaar gaan kinderen steeds meer hun fantasie gebruiken en dingen verzinnen die niet realistisch zijn of bestaan, doen veel imitatie spelletjes. 
-Kinderen vanaf 7 jaar kunnen steeds beter hun fantasie en de werkelijkheid van elkaar onderscheiden. Kinderen zijn steeds beter in staat om te 'onderzoeken'. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is fantasie belangrijk?
-De cognitieve ontwikkeling bevordert; ‘out-of-the-box’ denken (Creativiteit).
-Stimuleert het probleemoplossend vermogen, het bedenken van nieuwe mogelijkheden (Denk vermogen).
-Helpt het vermogen om een idee te vormen van het perspectief van anderen (Empathie).
-Helpt het kind leren omgaan met sociale regels, over 'goed' en 'kwaad' of wat 'mag' en 'niet mag'. (Morele ontwikkeling). 
-Helpt om de gedachtes en gevoelens te uiten en verwerken bij kinderen die er (nog) niet over kunnen praten (sociaal- emotioneel).







Slide 11 - Tekstslide

Fantasie stimuleren
-Door ruimte te geven en niet veel te doen als pm'er.
-Uiteenlopende speelmaterialen aanbieden: denk aan verkleedkleren, knutselmateriaal, bouwmateriaal, knuffels en poppen,  Een lege doos, wat kurken en ijsstokjes, plastic bakjes.
-Boek voorlezen, verhalen vertellen, liedjes luisteren, muziek maken.
-Vragen te stellen, die het kind op een creatieve manier aan het denken zetten.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht: Vragen beantwoorden in de rol van een pm'er.
-Groepjes van drie/vier vormen met je directe buren. 
-De groepjes krijgen vraag 1 OF vraag 2 toegewezen: Deze vraag beantwoorden met je groepje en vanuit 1 mobiel  inzenden/ noteren op je laptop.
-8 minuten tijd om de vraag te beantwoorden.
Klaar?: De groepjes krijgen selectief een beurt om hun antwoord toe te lichten (Klassikaal bespreken). 


Slide 13 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van een 'sociaal-emotioneel' fantasieontwikkeling-situatie bij peuters en geef hierbij aan hoe je dit kunt stimuleren (welke vaardigheden/ materialen inzetten?):

Slide 14 - Open vraag

Sommige kinderen hebben fantasievriendjes, ze eten/drinken en spelen samen. Soms doen ze ook ondeugende dingen samen, maar het fantasievriendje krijgt de schuld. Welke ontwikkeling zien we terug in deze situatie en hoe kan je als pm'er hier positief mee omgaan (leermoment van maken)?

Slide 15 - Open vraag

Lesdoelen:
-De student heeft  kennis over de fantasieontwikkeling bij het jonge kind. 
-De student kan vertellen welke fantasieontwikkeling de kinderen meemaken per leeftijdsfase. 
-De student kan de theorie toepassen op voorbeelden. 

Slide 16 - Tekstslide

Volgende les:
Woensdag 25 oktober:
-Manja is afwezig i.v.m. Excursie. 
-Laatste dag Nazmiye.
-Tijdens de les van Marjolein gaan we casuïstiek behandelen.

Slide 17 - Tekstslide