Beschouwing 2: theorie inleiding + slot

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek.
                                                    Nederlands havo4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek.
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschouwing
  • Je weet wat een beschouwing is. 

  • Je weet welke functies de inleiding en het slot hebben en kan deze herkennen .



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vorige les hebben we het gehad over de beschouwing. Hoeveel weet je nog?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

inleiding
alinea 1: aandacht trekken
--> De lezer moet nieuwsgierig worden.
  • voorbeeld / anekdote / geschiedenis / actualiteit / belang van de lezer / persoonlijke ervaring 
  • sterke eerste zin: vraag / schokkende cijfers /paradox (schijnbare tegenstelling) / citaat / bijzondere opsomming

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inleiding
alinea 2: onderwerp introduceren
--> De lezer moet weten waar de tekst over gaat.
  • standpunt benoemen / probleem schetsen / een of meer vragen stellen + enige uitleg

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak H9: 9.1.2 in je online boek
  • Gebruik de aantekeningen van de theorie (in je schrift)
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slot
  • start met een signaalwoord + hoofdgedachte
  • samenvatting/afweging
  • (aansporing / aanbeveling / toekomstverwachting)
  • laatste zin: uitsmijter of afronding door terug te komen op (aandachttrekker uit) de inleiding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • H9: 9.1.2 afmaken
  • Gebruik de aantekeningen van de theorie (in je schrift)

Klaar? Geef een seintje

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Voor wie klaar is: bekijk in tweetallen een aantal teksten uit het tijdschrift, bespreek hoe de schrijver inleidt en afsluit. Noteer opvallende zaken. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liegbeest

4 beweringen, 2 waar. 
Welke?

Slide 11 - Tekstslide

1. In de inleiding moet je de hoofdgedachte benoemen. 
2. in het slot van een beschouwing moet je een conclusie trekken. (nee, afweging)
3. Een bronverwijzing zet je aan het eind van de alinea.  (nee, direct na de zin)
4. Het benoemen van de geschiedenis van een onderwerp is een manier waarop je de aandacht kan trekken. 
Liegbeest
4 beweringen, 2 waar. Welke?
  • In de inleiding moet je de hoofdgedachte benoemen.
  • In het slot van een beschouwing moet je een conclusie trekken.
  • Een bronverwijzing zet je aan het eind van de alinea. 
  • Het benoemen van de geschiedenis van een onderwerp is een manier waarop je de aandacht kan trekken. 

Slide 12 - Tekstslide

1. In de inleiding moet je de hoofdgedachte benoemen. 
2. in het slot van een beschouwing moet je een conclusie trekken. (nee, afweging)
3. Een bronverwijzing zet je aan het eind van de alinea.  (nee, direct na de zin)
4. Het benoemen van de geschiedenis van een onderwerp is een manier waarop je de aandacht kan trekken. 
Liegbeest
4 beweringen, 2 waar. Welke?
  • In de inleiding moet je de hoofdgedachte benoemen.
  • In het slot van een beschouwing moet je een conclusie trekken.
  • Een bronverwijzing zet je aan het eind van de alinea. 
  • Het benoemen van de geschiedenis van een onderwerp is een manier waarop je de aandacht kan trekken. 
Nee, een  afweging
Nee, direct na de zin.

Slide 13 - Tekstslide

1. In de inleiding moet je de hoofdgedachte benoemen. 
2. in het slot van een beschouwing moet je een conclusie trekken. (nee, afweging)
3. Een bronverwijzing zet je aan het eind van de alinea.  (nee, direct na de zin)
4. Het benoemen van de geschiedenis van een onderwerp is een manier waarop je de aandacht kan trekken. 
Huiswerk
9.1.2 (zie planning NN)


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies