H3e 18-6 Herhaling samengestelde zin ontleden + bijzin benoemen
1 / 10
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vervang de bijzin, schrijf de nieuwe hoofdzin op.
Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.
Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.
Slide 3 - Open vraag
De nieuwe hoofdzin = 'Hij zei dat.'
Ontleed de nieuwe hoofdzin.
Ontleed de nieuwe hoofdzin.
A
pv = hij; ow = zei;
lv = dat
B
pv = zei; ow = hij;
ng = zei dat
C
pv = zei; ow = hij;
lv = dat
D
pv = zei; ow = dat;
mv = hij
Slide 4 - Quizvraag
'dat' = lv
'dat' = de bijzin 'dat hij vanmiddag ging tennissen'
Conclusie:
De bijzin is een...
'dat' = de bijzin 'dat hij vanmiddag ging tennissen'
Conclusie:
De bijzin is een...
A
bijvoeglijke bijzin
B
lvzin
C
lv
D
lijdendvoorwerpszin
Slide 5 - Quizvraag
'Wie aan mijn vriendje zit, zal ik een waarschuwing geven.' --> nieuwe hoofdzin = 'Die persoon zal ik een waarschuwing geven.' Ontleden maar!
Slide 6 - Open vraag
'die persoon' = mv
= de bijzin 'wie aan mijn vriendje zit'
Conclusie:
De bijzin is een...
= de bijzin 'wie aan mijn vriendje zit'
Conclusie:
De bijzin is een...
A
mvzin
B
bijvoeglijke bijzin
C
lv
D
mv
Slide 7 - Quizvraag
'Ze hebben allemaal hetzelfde kapsel waardoor je ze amper kunt onderscheiden.' --> nieuwe hoofdzin = 'Ze hebben daarom allemaal hetzelfde kapsel' Ontleden maar!
Slide 8 - Open vraag
'Ze hebben daarom allemaal hetzelfde kapsel'
de bijzin = 'daarom' = een ...
Geef de naam van de bijzin.
de bijzin = 'daarom' = een ...
Geef de naam van de bijzin.
