5V Zuur/base titraties

Werk zelfstandig door deze les met theorie en opdrachten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werk zelfstandig door deze les met theorie en opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check wat je nu al weet
De volgende slides herken je uit het filmpje. De slides worden afgewisseld met andere filmpjes, korte vragen en opdrachten. Wat weet je nu al over titraties? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pipetteren
Op de volgende slide zie je een filmpje over het werken met een pipet en een maatkolf (zie ook checklist 4 op p.222 achterin je boek). Dit is belangrijk voor de PO titratie voor een cijfer.

Pipetteren is het nauwkeurig overbrengen van een exact volume van een vloeistof m.b.v. een (volume)pipet. 

Aflezen van maatstrepen doe je altijd op ooghoogte!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De pil is opgelost in water en de oplossing is in een maatkolf van 100 mL aangevuld tot exact 100,00 mL.
Vervolgens wordt van de oplossing 10,00 mL gepipetteerd en overgebracht in een maatkolf van 250 mL en met water aangevuld tot exact 250,00 mL. De oplossing is nu n maal verdund.

Vraag 1: Hoe groot is de verdunningsfactor n?
A
0,04
B
0,4
C
2,5
D
25

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg op de vorige vraag. In de maatkolf van 100 mL bedraagt [X] 0,625 mol/L. Van deze oplossing wordt dus 10,00 mL overgebracht in de grotere maatkolf en daar aangevuld tot 250,00 mL.

Vraag 2: Hoe groot is [X] in de oplossing in de 250 mL maatkolf?
A
0,0025
B
0,025
C
1,56
D
15,6

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat de molariteit van zoutzuur bepalen. Je hebt 25,00 mL zoutzuur gepipetteerd in een erlenmeyer en de erlenmeyer onder de buret geplaatst. Aan het zoutzuur heb je drie druppels broomthymolblauw als indicator toegevoegd, waardoor de oplossing een kleur krijgt. In de buret zit 0,100 M natronloog. Je hebt de beginstand van de buret in twee decimalen genoteerd: 5,46 mL. Je opent het kraantje en druppelt natronloog uit de buret in de erlenmeyer. Je sluit het kraantje wanneer de oplossing in de erlenmeyer blijvend (> 30 s) een andere kleur krijgt. Je leest de eindstand van de buret af: 18,78 mL. Vraag 3: Welke kleuromslag neem je waar tijdens deze zuur-base titratie?

Slide 11 - Open vraag

antwoord = 0,05328 M zoutzuur

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze vraag hoort bij de vorige slide.
Vraag 4: geef één zuur-base indicator die geschikt is voor de titratie van azijnzuur met natronloog. Maak gebruik van een tabel uit Binas.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat de molariteit van zoutzuur bepalen. Je hebt 25,00 mL zoutzuur gepipetteerd in een erlenmeyer en de erlenmeyer onder de buret geplaatst. Aan het zoutzuur heb je drie druppels broomthymolblauw als indicator toegevoegd, waardoor de oplossing een kleur krijgt. In de buret zit 0,100 M natronloog. Je hebt de beginstand van de buret in twee decimalen genoteerd: 5,46 mL. Je opent het kraantje en druppelt natronloog uit de buret in de erlenmeyer. Je sluit het kraantje wanneer de oplossing in de erlenmeyer blijvend (> 30 s) een andere kleur krijgt. Je leest de eindstand van de buret af: 18,78 mL. Vraag 5: Bereken de molariteit van het zoutzuur. (Zie evt. de ZDJD op p.142 van je boek)

Slide 16 - Open vraag

antwoord = 0,05328 M zoutzuur
Er volgt nog een laatste rekenvraag na de volgende drie slides, die een inleiding vormen op deze laatste vraag.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt bepalen wat het massa% aspirine (éénwaardig zuur) in een pil is. De pil heeft een massa van 500 mg en wordt opgelost in 100,00 mL water. Uit de oplossing wordt 50,00 mL gepipetteerd en overgebracht in een 250 mL maatkolf. De oplossing wordt aangevuld tot 250,00 mL. Hiervan wordt 10,00 mL gepipetteerd in een erlenmeyer, die onder een buret wordt geplaatst. Fenolftaleïne wordt toegevoegd als indicator. Er wordt getitreerd met 0,0100 M natronloog. Er is 23,64 mL natronloog nodig tot kleuromslag.
Vraag 6: Bereken het massa% aspirine (C9H8O4) in de pil.

Slide 21 - Open vraag

massa% = 68%
Classroom opdracht
De verplichte weekopdracht voor deze week gaat over titraties. Deze komt z.s.m. op Classroom.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies