1.5 Weet je het nog? - WWG & Ond

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5 Weet je het nog? WWG & Ond
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5 Weet je het nog? WWG & Ond
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 24


Huiswerk controle:
1.4 opdracht 6 t/m 9

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
    - kun je het werkwoordelijke gezegde in een zin vinden
    - kun je het onderwerp in een zin vinden.

    Leergebiedoverstijgende doelen: 
    Denkvermogen
    - Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal. 
    - Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen. 

    Slide 3 - Tekstslide

    3. Mini-check + arrangementen
    Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Gwen




    De rest doet mee met de mini-check op Lesson Up. 
    Verdiept arrangement maakt: 
    1.5 Weet je het nog? WWG & Ond
    Opdracht 10 t/m 12 op blz. 24 en 25

    Slide 4 - Tekstslide

    Wat is het werkwoordelijk gezegde?
    A
    Alle werkwoorden in een zin
    B
    Alle leestekens in een zin
    C
    Alle personen in een zin
    D
    Leestekens

    Slide 5 - Quizvraag

    Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

    Mijn zus / zal / haar boeken / straks / naar de bibliotheek / brengen

    Slide 6 - Open vraag

    Wat is de regel om het onderwerp in een zin te vinden?
    A
    wie/wat = onderwerp
    B
    wat = onderwerp
    C
    wie/wat + pv = onderwerp
    D
    Je hebt geen regel nodig

    Slide 7 - Quizvraag

    Wat is het onderwerp?

    Marina legt het onderwerp uit.
    A
    Marina
    B
    legt
    C
    het onderwerp
    D
    uit

    Slide 8 - Quizvraag

    Wat is het onderwerp in de zin:

    Mijn zus / zal / haar boeken / straks / naar de bibliotheek / brengen

    Slide 9 - Open vraag

    Wie maakt wat? 
    Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 



    De rest doet mee met de instructie. 
    Je maakt: 
    1.5 Weet je het nog? WWG & Ond
    Opdracht 10 t/m 12 op blz. 24 en 25

    Slide 10 - Tekstslide

    4. Instructie

    Slide 11 - Tekstslide

     Werkwoordelijk gezegde
    • Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.

    • De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.

    • Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp 
      ‘doet’ of ‘overkomt’.


    Slide 12 - Tekstslide

    Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

    Lieke / werd / door de hond / aangevallen.

    Slide 13 - Open vraag

    Het onderwerp
    Je kunt het onderwerp vinden door de vraag:
    Wie of wat + het werkwoordelijk gezegde?
    Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.


    De kinderen hebben een kaars aangestoken.
    Wie hebben?

    Antwoord: De kinderen

    Slide 14 - Tekstslide

    Het onderwerp
    Ook kun je de getalproef doen om het onderwerp te vinden. 
    Je verandert de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud. Het onderwerp verandert dan mee. 

    Remco voetbalt elke dag (enkelvoud)

    Yuri en Achim voetballen elke dag (meervoud)

    Remco is veranderd in Yuri & Achim

    Slide 15 - Tekstslide

    5. Begeleid inoefenen
    Vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 11. 

    De rest gaat zelfstandig aan het werk. 

     
    Je maakt: 
    1.5 Weet je het nog? WWG & Ond
    Opdracht 10 t/m 12 op blz. 24 en 25

    Slide 16 - Tekstslide

    6. Zelfstandig werken
    Je maakt zelfstandig paragraaf 1.5 opdracht 10 t/m 12 op blz. 24 en 25.




    Ben je klaar? 
    Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je waar nodig. 
    Hierna ga je in stilte een boek of tijdschrift lezen.

     
    timer
    15:00

    Slide 17 - Tekstslide

    7. Evaluatie
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

    Lesdoelen: 
    - kun je het werkwoordelijke gezegde in een zin vinden?
    - kun je het onderwerp in een zin vinden?

    Slide 18 - Tekstslide

    8. Huiswerk & Toetsen
    Huiswerk: 

    Maandag 26 september
    1.5 opdracht 10 t/m 12
    Toetsen: 

    Geen

    Slide 19 - Tekstslide