Zorgvragers met een aandoening van het hart

Zorgvragers met aandoeningen aan de vaten
Ziekenhuis 1
Thema 7: hoofstuk 24
Thema 8 hoofdstuk 27 en 28
Ziekenhuis 2
Thema 4: hoofdstuk 8

vp top cohort 2020
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zorgvragers met aandoeningen aan de vaten
Ziekenhuis 1
Thema 7: hoofstuk 24
Thema 8 hoofdstuk 27 en 28
Ziekenhuis 2
Thema 4: hoofdstuk 8

vp top cohort 2020

Slide 1 - Tekstslide

dinsdag 28-9

Slide 2 - Tekstslide

Anatomie & Fysiologie vaten
Zie lessen van maandag en vrijdag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

CVA
  • oorzaak hersenbloeding of herseninfarct
  • ernst afhankelijk van grootte en plek
  • meestal in 1 hemisfeer
  • blijvend
  • 15% direct dodelijk
  • 25% overlijdt binnen 1 mnd
  • leren leven met (ingrijpende) beperkingen
  • bloedig/niet bloedig

Slide 5 - Tekstslide

TIA
  • tijdelijke doorbloedingsstoornis (geen blijvende schade) 
  • waarschuwingssignaal
  • door vernauwing halsslagaders, hartritmestoornis, aderverkalking of hartklepafwijkingen

Slide 6 - Tekstslide

Verschijnselen CVA
  • Lichamelijk en geestelijk
  • bij opname nog ontwikkelend ziektebeeld
  • motorische, sensibiliteits, visus en cognitieve stoornissen

Slide 7 - Tekstslide

motorische stoornissen
  • willekeurige motoriek
  • hemiparese (deels uitval) of hemiparalyse (volledige uitval)
  • tegenovergestelde zijde van plek van infarct
  • verstoorde rompbalans, uitval aangezichtspieren (slik en kauwspieren), verslikrisico/niet kunnen slikken (verslikkingspneumonie)
  • zsm slikproef 
  • hypotonie, normotonie, hypertonie
  • NDT/bobath

Slide 8 - Tekstslide

sensibiliteitsstoornissen
  • hemihypestesie (vermindering fijne tastzin)
  • hemianesthesie (afwezigheid fijne tastzin) 
  • gewrichtszin
  • temperatuurgevoel
  • pijnzin (hemihypalgesie/hemianalgesie) --> thalamus
  • grove tast
  • combi hiervan
  • coordinatie problematiek

Slide 9 - Tekstslide

visusstoornis
  • beschadiging occipitale schors -> hemianopsie-> hemineglect
  • hemineglect = neuropsychologische functiestoornis
  • combi hemianopsie en hemineglect: niet in de gaten dat hij helft mist (botsen)
  • snel starten revalidatie therapie diëtist, ft, ergo

Slide 10 - Tekstslide

cognitieve stoornissen
  • afasie-> stoornis begrijpen en gebruiken gesproken en geschreven taal, sensorische/receptieve afasie en motorische/expressieve afasie
  • apraxie: stoornis doelgericht handelen bij intacte spierfunctie en coördinatie
  • agnosie: stoornis in herkennen van de betekenis van prikkels (apraxie) -> hemineglect
  • perseveren: eindeloos herhalen van dezelfde woorden/gebaren zonder dat er betekenis aan wordt gegeven

Slide 11 - Tekstslide

Behandeling CVA
  • 3 fasen (acute, herstel, chronische fase)
  • controle vitale functies, onderzoek en al start revalidatie
  • herstel tot ong. 1 jaar na ontstaan  (ernst, lft), beste herstel in 1ste 3 mnd
  •  bij chronisch nog nauwelijks herstel --> huiswaarts

Slide 12 - Tekstslide

trombolyse
  • onbloedig CVA dat acuut is wordt behandeld met trombolyse
  • =oplossen bloedstolsel + normale bloeddoorstroming herstellen max 4uur na cva
  • urokinase, streptokinase
  • neveneffect -> opheffen normale bloedstolling -> hersenbloeding
  • niet altijd mogelijk (inwendige bloeding, recent ok, recent vaatprothese, laatste 3 mnd al CVA gehad)

Slide 13 - Tekstslide

Clip en Coilen
  • Clip: via ok een clip plaatsen over bloedvat
  • Coilen: katheter (via lies) met platinadraadjes uitstulping aneurysma te vullen  

Slide 14 - Tekstslide

boezemfibrilleren na CVA
  • boezemfibrilleren = hartritmestoornis 
  • -> trombus 
  • -> onbloedig CVA 
  • -> start bloedverdunners

Slide 15 - Tekstslide

behandeling TIA
  • Via ok  vernauwing halsslagaders behandelen
  • geven bloedverdunners (ascal, persantin)
  • geven antihypertensiva
  • bij verhoogd chol -> chol.verlager (simva)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een TIA en een CVA?
A
Een TIA is altijd een hersenbloeding
B
Een CVA is altijd een hersenbloeding
C
Een CVA gaat altijd voorbij zonder restverschijnselen
D
Een TIA gaat altijd voorbij zonder restverschijnselen

Slide 17 - Quizvraag