Wat moet je kunnen om te kunnen aangeven of je te maken hebt met een O-zin, LV-zin, MV-zin of BWB-zin?
Slide 2 - Tekstslide
Stap 1:
Een zin kunnen ontleden. Vind je dit lastig? Bekijk het document ‘Grammatica uitleg’.
Slide 3 - Tekstslide
Noteer de stappen van het zinsontleden onder elkaar in je schrift.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Stap 2:
Samengestelde zinnen herkennen. Bekijk evt. LessonUp nog een keer en de uitleg bij hoofdstuk 6, grammatica zinsdeelzinnen.
Slide 6 - Tekstslide
Maak de zin af:
Een samengestelde zin bestaat uit:
Slide 7 - Tekstslide
Stap 3:
Bepalen wat een hoofd- of bijzin is. Bekijk evt. LessonUp nog een keer en de uitleg bij hoofdstuk 6, grammatica zinsdeelzinnen. Bekijk het Word-document met uitleg hoofdzin/bijzin in de Jaarbijlagen in SOM.
Slide 8 - Tekstslide
Maak de zin af:
Een hoofdzin kun je herkennen aan:
Slide 9 - Tekstslide
Een bijzin kun je herkennen aan:
Slide 10 - Tekstslide
Uitleg:
Een bijzin is altijd een onderdeel van de hoofdzin! Zorg dat je eerst helder hebt wat de hoofdzin is. Heb je de hoofdzin gevonden? Ontleed hem dan!
Slide 11 - Tekstslide
Zoek altijd eerst de hoofdzin!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Onderwerpszin
De O-zin is een bijzin met de functie van het onderwerp. Het is dus een zinnetje dat het onderwerp is van de hoofdzin. De OW-zin staat meestal vooraan in de zin.
Slide 14 - Tekstslide
Kijk naar het voorbeeld:
Dat meisje dat daar op straat loopt, schijnt heel aardig te zijn.
Bepaal eerst de hoofdzin.
Slide 15 - Tekstslide
Ontleed de zin!
Dat meisje dat daar op straat loopt, schijnt heel aardig te zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Lijdend voorwerpszin
De LV-zin is een bijzin met de functie van het lijdend voorwerp. Het is dus een zinnetje dat het lijdend voorwerp is van de hoofdzin. Een LV-zin begint vaak met de voegwoorden dat en of.
Slide 17 - Tekstslide
Kijk naar het voorbeeld:
Ze besloot dat ze dit weekend haar kamer ging opruimen.
Bepaal eerst de hoofdzin.
Slide 18 - Tekstslide
Ontleed de zin!
Ze besloot dat ze dit weekend haar kamer ging opruimen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Meewerkend voorwerpszin
De MV-zin is een zinnetje dat het Meewerkend Voorwerp is van de hoofdzin. Een MV-zin begint vaak met aan/voor/wie.
Slide 21 - Tekstslide
Kijk naar het voorbeeld:
Wie het nu nog niet begrijpt, zal ik het nog een keertje uitleggen.
Bepaal eerst de hoofdzin.
Slide 22 - Tekstslide
Ontleed de zin!
Wie het nu nog niet begrijpt, zal ik het nog een keertje uitleggen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Bijwoordelijke bijzin
De BWB-zin is een zinnetje dat de Bijwoordelijke Bepaling is van de hoofdzin. Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.
Slide 25 - Tekstslide
Kijk naar het voorbeeld:
Omdat ze een gezellige kamer wilde, ging ze hem opruimen.
Bepaal eerst de hoofdzin.
Slide 26 - Tekstslide
Ontleed de zin!
Omdat ze een gezellige kamer wilde, ging ze hem opruimen.