Fictiebegrippen en argumenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Fictiebegrippen en argumenteren!

• Jas uit
• Mobiel in de tas
• Pet af
• Oortjes uit

Doelen

Aan het einde van de les weet je hoe je de examenbegrippen moet leren.

Aan het einde van de les kun je jouw mening onderbouwen.

Wat gaan we doen?

Kort terugblikken op vorige week

Uitleg over de examenbegrippen

Hoe onderbouw ik mijn mening?

Aan het werk!

Klaar!

Examenbegrippen

Je moet weten waar het over gaat als het woord wordt benoemd

Beschrijving

Omschrijving

Definitie

Beknopt

Conclusie

Standpunt

Bewering

Opvatting

Argument en tegenargument

Toelichten/toegelicht

Verklaren

Motief

Inleiding

Introductie

Anekdote

Aan de slag!

Wat: je gaat je mening geven over de stellingen die op het bord staan.

Hoe: je pakt een laptop, start de laptop op en gaat stil werken. De onderbouwing van jouw mening is heel belangrijk, deze wordt ook op de toets gevraagd.

Hulp: je mag niet overleggen, het gaat om jouw mening en als je met een ander praat dan word je beïnvloed met de mening van een ander.

Tijd: je hebt tot het einde van de les, dan heb je alle antwoorden ingevuld en opgestuurd. Lukt dit niet? Dan mag je het vanmiddag bij mij komen afmaken, in eigen tijd. 

Uitkomst: je hebt een document met goed onderbouwde antwoorden opgestuurd.

Klaar: dan laat je het mij zien. Ga ik akkoord dan mag je iets voor jezelf doen.

Inleveren doe je door een mail te sturen naar: [e-mail]

Doelen

• Wie vindt het nog moeilijk om zijn of haar mening te onderbouwen?
• Begrijpen jullie nu hoe/waarom je de examenwoorden moet leren?

Afsluiting

• Iedereen mailt zijn of haar opdracht (als bijlage) naar:                 [e-mail]
• Volgende week gaan we een oefentoets maken!