Je leert:
- aan welke eigenschappen je stoffen kunt herkennen.
- het verschil tussen eigenschappen van een stof en van een voorwerp noemen.
- dichtheid berekenen als massa en volume zijn gegeven;
- massa of volume berekenen als de dichtheid is gegeven.
- uitleggen wanneer een vaste stof op een vloeistof drijft of erin zweeft of zinkt.