Cursus 3-§1- Fictie



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas

Slide 1 - Tekstslide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


In deze les leer je hoe je het denken, voelen en handelen van personages beschrijft en hoe je de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijft


Slide 2 - Tekstslide

Cursus 3-§1- Fictie
In veel verhalen heeft de hoofdpersoon een probleem dat hij probeert op te lossen.
In deze verhalen staat de ontwikkeling van de hoofdpersoon centraal.




 Die ontwikkeling kun je beschrijven aan de hand van het conflictmodel, dat uit vier fasen bestaat:

Slide 3 - Tekstslide

Cursus 3-§1- Fictie
De eerste fase is evenwicht. Het leven van de hoofdpersoon is ‘normaal’ – alles is al een tijd hetzelfde.
In fase twee gebeurt er iets wat het leven van de hoofdpersoon ingrijpend verandert. Er ontstaat een conflict (probleem). De ouders van de hoofdpersoon gaan bijvoorbeeld scheiden, de hoofdpersoon wordt ziek of moet verhuizen.

De derde fase is ontwikkeling. De hoofdpersoon moet in actie komen om goed met de verandering te leren omgaan.

In de laatste fase is er een oplossing van het conflict of is er een nieuw evenwicht.
De hoofdpersoon is veranderd of heeft een belangrijke les geleerd.

Slide 4 - Tekstslide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 5 - Tekstslide

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz. 
opdracht- opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 7 - Tekstslide

§ 2 Tekstverbanden
Maken:

Cursus 3
blz. 66-§1
 opdr. 1 t/m 4
Alles in je schrift
Snel klaar? Je leest verder in Quotum


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Cursus 3-§1- Fictie
Tekst

Slide 10 - Tekstslide

Cursus 3-§1- Fictie
Tekst

Slide 11 - Tekstslide

Cursus 3-§1- Fictie
Tekst

Slide 12 - Tekstslide

Cursus 3-§1- Fictie
Tekst

Slide 13 - Tekstslide