LJ3 WS H1-2-3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Woordenschat H1 - H2 - H3

Voorbereiden op de toets

Woordenschat H1

Woordbetekenissen. Het toepassen van woordraadstrategieën

Op welke manieren kun je de betekenis van een onbekend woord uit de tekst halen?

Welke 6 manieren ken je
om een
onbekend woord
te vinden?

Wat is een synoniem?

1. Een woord wat lijkt op een ander woord
2. Een woord wat hetzelfde betekent als een ander woord
3. Het tegenovergestelde
4. Een woord wat je hetzelfde schrijft

Waar wordt vaak de betekenis van een woord uitgelegd?

1. In de zin erna
2. In de zin ervoor
3. In de eerste alinea
4. In het slot

Soms wordt er een voorbeeld gegeven van een onbekend woord. Aan welk woord (signaalwoord) herken je dat er het een voorbeeld is?

1. Maar
2. En
3. Zoals
4. Eten

Soms wordt er een tegenstelling gegeven van een onbekend woord. Aan welk woord (signaalwoord) herken je dat er het een tegenstelling is?

1. Maar
2. En
3. Zoals
4. Eten

Bij welk woord kun je de strategie toepassen;
Herken een bekend woorddeel?

1. Werkloos
2. Werken
3. Gewerkt
4. Werk

Welke hebben we nu nog niet benoemd?

1. Maak de zin vragend
2. Stam +t
3. Zoek het antwoord in de tekst
4. Zoek het antwoord op in een (online) woordenboek

Woordenschat H2

Officieel taalgebruik

Maak moeilijk geschreven zinnen makkelijker

Je moet de factuur wel op tijd betalen anders krijg je je product niet.
factuur = ?

1. irritatie
2. rekening
3. artikel
4. batterij

Je moet de factuur wel op tijd betalen anders krijg je je product niet.
product = ?

1. irritatie
2. rekening
3. artikel
4. batterij

Ik zou wel graag een tegemoetkoming willen krijgen in mijn reiskosten.

Tegemoetkoming in reiskosten = ?

1. extra tijd om te reizen
2. geld om te reizen
3. mogen reizen
4. moeten reizen

Wat betekent verfraaien?

1. Lelijk maken
2. Iemand opmaken
3. Iets mooier maken
4. Iets afmaken

Wat zijn de daadwerkelijke kosten?

Daadwerkelijke = ?

1. Echte
2. Neppe
3. Gemaakte
4. Vergeten

Heb jij nog vragen inzake de toets?

Inzake = ?

1. Op
2. Over
3. Naar
4. Door

Sorry meneer, ik ben abusievelijk mijn boeken vergeten.
Abusievelijk = ?

1. Per ongeluk
2. Expres
3. Net niet
4. Morgen

Nou breekt mijn klomp!

1. Dat vind ik
2. Ik ben stomverbaasd
3. Dat is slecht hout
4. Wat bedoel je?

Dat staat nog in de kinderschoenen.

1. Dat klopt niet
2. Dat klopt wel
3. Dat is al heel lang zo
4. Dat is in de beginfase

Iets aan zijn laars lappen.

1. Iets niet doen
2. Iets niet hopen
3. Iets doen wat niet mag
4. Iets vergeten

Woordenschat H3

Figuurlijk taalgebruik

Je bedoelt iets anders dan je zegt.

Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik

1. Het zag zwart van de mensen
2. Ik vond het maar een mager cijfer
3. Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
4. Dat is niet iets om over naar huis te schrijven

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

Uitdrukkingen zijn figuurlijk taalgebruik.

1. waar
2. niet waar

Met figuurlijk taalgebruik bedoel je precies wat er staat.

1. waar
2. niet waar

Is hier sprake van letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
Mijn buurvrouw zag helemaal wit, zij was zich doodgeschrokken!

1. letterlijk
2. figuurlijk

Ik heb vertrouwen in deze toets...

0100

Hoe moet ik me voorbereiden?

Leer de theoretische groene kaders uit je boek

Leer de woordenlijsten

Oefen met het maken van de opdrachten online

SUCCES! JULLIE KUNNEN HET! 

SUCCES! JULLIE KUNNEN HET!