Klas 3 boire, delend lidwoord, le restaurant

Planning week 8 HAVO
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning week 8 HAVO

Slide 1 - Tekstslide

Planning week 8 H/V
Uitleg/herhaling Lessonup
Gimkit werkwoorden
Inleveren 1 t/m 10 Opdrachten vrijdag

Slide 2 - Tekstslide

Hulp blz 10
je trouve que: ik vind dat...
c'est/ ce n'est pas: het/dat is - het/dat is niet/geen
je (ne) suis (pas) d'accord
quand: wanneer (leerlingen dit of dat doen etc)
parce que: omdat

Slide 3 - Tekstslide

Boire

Slide 4 - Tekstslide

Boire
je .....
présent

Slide 5 - Open vraag

Boire
je .....
P.C.

Slide 6 - Open vraag

Boire
je .....
imparfait

Slide 7 - Open vraag

Boire
je .....
futur proche

Slide 8 - Open vraag

Boire
je .....
futur simple

Slide 9 - Open vraag

Boire
je .....
conditionnel

Slide 10 - Open vraag

Boire
nous .....
imparfait

Slide 11 - Open vraag

Boire
nous .....
P.C.

Slide 12 - Open vraag

Boire
nous .....
futur simple

Slide 13 - Open vraag

Boire
nous .....
conditionnell

Slide 14 - Open vraag

Boire
nous .....
futur proche

Slide 15 - Open vraag

Je bent in een restaurant. Zet in de juiste volgorde.
l'addition
l'entrée
la carte
la fourchette
le dessert
le garçon
la nourriture
le buffet froid
le plat principal

Slide 16 - Sleepvraag

Tekst
Wat is je favoriete land
Bijvoorbeeld het eten
Je kunt er lekker eten 
Hebben ze andere gewoontes?
Est-ce qu' lls ont des coutumes différentes?
On y mange bien
Par exemple la nourriture
Quel est ton pays préféré

Slide 17 - Sleepvraag

le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette

Slide 18 - Sleepvraag

le restaurant
La fromagerie
La librairie
Le supermarché
Le marché
La boulangerie

Slide 19 - Sleepvraag

le
la
les
le
la
les
glace
mer
sable
restaurant
vacances
soleil
plage

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

Deux kilos ....... pommes
(Kies het goede delend lidwoord)
A
des
B
de la
C
de
D
géén lidwoord

Slide 22 - Quizvraag

Stelling: als je in het NL geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 24 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Ma mère demande une bouteille _____ eau (v).
A
de la
B
d'

Slide 25 - Quizvraag

Tu veux ... coca ?

Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 26 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu ne mange pas __ viande (v)?
A
de la
B
de

Slide 27 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Au restaurant mes parents mangent _____ viande (v).
A
de la
B
des

Slide 28 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je ne prends pas _____ fromage.
A
de
B
du

Slide 29 - Quizvraag

Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 30 - Quizvraag

Welk delend lidwoord hoort in deze zin: " je n'ai pas ...... argent"
A
d'
B
du
C
de la
D
de l'

Slide 31 - Quizvraag