241205 Werkwoordstijden

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • iPad
  • Pen/papier
  • spiekbrief
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • iPad
  • Pen/papier
  • spiekbrief

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg werkwoordspelling §13 + 14 (10 min)
  • Zelfstandig werken (25 min)

Slide 2 - Tekstslide

Mededeling
Vandaag:                      laatste uitleg
Dinsdag 10 dec:        valt uit (MOL-gesprekken)
Donderdag 12 dec:  extra oefenen / SO werkwoordspelling
Dinsdag 17 dec:        SO werkwoordspelling / kerstviering

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel

Ik kan verschillende, maar gelijkklinkende werkwoorden op de juiste manier spellen.

  • Homofone werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Homofone werkwoorden
  • Gebeurt / gebeurd
  • veroeste / veroestte

  • Het gebeurt gelukkig best vaak! (pvtt)
  • Het is vorige week gebeurd. (vd)

  • De veroeste sleutel past niet in het slot. (bn)
  • De fiets veroestte door de regen. (pvvt)

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
Dit kan je al:
  • Werkwoorden op de juiste manier spellen; (herhaling brugklas)
  • Engelse werkwoorden op de juiste manier spellen; (§10)
  • In samengestelde zinnen de persoonsvormen vinden + spellen (11)
  • De gebiedende wijs herkennen + spellen (§12)
  • De werkwoordsVORM benoemen; (§13)

Dit leer je vandaag:
  • WerkwoordsTIJDEN herkennen.
    Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
    Voltooid verleden tijd (vvt)

Slide 6 - Tekstslide

Alle werkwoordsvormen:
TIJD


T

Slide 7 - Tekstslide

Alle werkwoordsvormen:
TOEKOMENDE




Het werkwoord zullen staat in de zin.
TIJD


T

Slide 8 - Tekstslide

Alle werkwoordsvormen:
TEGENWOORDIGE/
VERLEDEN

T = pv staat in tegenwoordige tijd

V = persoonsvorm staat in verleden tijd

TOEKOMENDE




Het werkwoord zullen staat in de zin.
TIJD


T

Slide 9 - Tekstslide

Alle werkwoordsvormen:
VOLTOOID/ ONVOLTOOID


V = hebben/ zijn + ander werkwoord (Volt.dw)

O = 1) er is maar één werkwoord
2) meerdere werkwoorden, maar niet hebben/zijn
TEGENWOORDIGE/
VERLEDEN

T = pv staat in tegenwoordige tijd

V = persoonsvorm staat in verleden tijd

TOEKOMENDE




Het werkwoord zullen staat in de zin.
TIJD


T

Slide 10 - Tekstslide

In welke tijd staan de zinnen?
  1. Mijn lievelingsvest is kapot. 

  2. Wij hebben afgelopen kerst voor de verandering geen kalkoen gegeten.

  3. Zou jij iets voor mij willen doen?

  4. Ga eens iets nuttigs doen!
timer
2:30

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Opdracht

Cursus 7 - §13 opdracht 1 t/m 3 (werkwoordstijden)
Cursus 7 - §13 opdracht 5A, 6A en 6B (werkwoordsvormen)
Cursus 7 - §14 opdracht 1 t/m 3

Hoe: Alleen
Wat: iPad

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Spelling §13: werkwoordstijden (25 min)
  • Spelling §14: homofone werkwoorden (10 min)

Slide 13 - Tekstslide