V5: Chapitre 2, cours 12

Bonjour !
  • Prends ton livre.
  • Ouvre ton livre sur la page 75.

  • Prends les textes d'examen. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !
  • Prends ton livre.
  • Ouvre ton livre sur la page 75.

  • Prends les textes d'examen. 

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Objectif : Tu connais les articles français.

  • Devoirs
  • Grammaire C 

Slide 2 - Tekstslide

Devoirs
  • Les textes d'examen -> on va corriger ensemble.

  • Les scripts -> je vais les regarder l'aujourd'hui / demain matin. 

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire C : Les articles
  • In het Frans heb je :

    1. Het bepaald lidwoord
    2. Het onbepaald lidwoord
    3. Het delend lidwoord 

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire C : Les articles
  • In het Frans heb je :

    1. Het bepaald lidwoord - le, la, l', les
    2. Het onbepaald lidwoord - un, une
    3. Het delend lidwoord - du, de la, de l', des

Slide 5 - Tekstslide

Les articles
  • Je gebruikt het delend lidwoord als:

    1. Er in het Nederlands geen lidwoord voor een woord staat, én;
    2. Als je geen hoeveelheid weet.

    Je dois faire des devoirs. / Je porte des vêtements. 

Slide 6 - Tekstslide

Les articles
  • Als je het hebt over iets of een groep in het algemeen, gebruik je in het Frans het bepaald lidwoord, geen delend lidwoord:

    Les élèves ont trop de devoirs. - Leerlingen hebben te veel huiswerk.

Slide 7 - Tekstslide

Les articles
  • Na een hoeveelheidswoord (bijvoorbeeld trop, peu, beaucoup, des litres, des kilomètres,...), of bij een ontkenning gebruik je de/d':

    Il a bu beaucoup d'eau.
    Je n'ai pas de temps.

  • LET OP: bij een ontkenning met être gebruik je un of une!
    Ce n'est pas une bonne idée. - Het is geen goed idee.

Slide 8 - Tekstslide

Les articles
Tot slot:
  • Na de werkwoorden aimer, préférer, détester, adorer, supporter en haïr gebruik je altijd een bepaald lidwoord, zelfs al zit er een ontkenning in de zin: 

    Je n'aime pas les chaussures. - Ik hou niet van schoenen.
    Je préfère le hockey. - Ik heb liever hockey.

Slide 9 - Tekstslide

Samengevat:
  • Staat er in het Nederlands geen lidwoord voor en weet je geen hoeveelheid? -> gebruik het delend lidwoord (du, de la, de l', des) 
  • Behalve bij:
    - een lidwoord die er staat in het Nederlands ((on)bepaald lidwoord: le, la, les, un, une)
    - Hoeveelheidswoorden & ontkenningen (de, d')
    - Ontkenningen met être ((on)bepaald lidwoord: le, la, les, un, une)
    - Woorden als détester, préférer, aimer (bepaald lidwoord: le, la, les)

Slide 10 - Tekstslide

Probeer maar eens: vul het juiste lidwoord in (4 min.)
  1. Marie-Amélie a gagné plusieurs médailles ______ or.

  2. Est-ce que tu fais ______ sport?

  3.  Je n'ai pas _______ solution pour ton problème.

  4. Il connait beaucoup ______ personnes.

Slide 11 - Tekstslide

Probeer maar eens: vul het juiste lidwoord in (4 min.)
  1. Marie-Amélie a gagné plusieurs médailles d'or.

  2. Est-ce que tu fais du sport?

  3.  Je n'ai pas de solution pour ton problème.

  4. Il connait beaucoup de personnes.

Slide 12 - Tekstslide

Au travail !
Quoi?
Faire 37ABC, 38B
Avec qui?
- 37A : Ensemble
-37BC, 38B : Individuellement
Besoin d'aide?
- Bekijk de uitleg op p. 75;
- Pose ta question à la prof.
Temps?

Résultat?
Tu auras pratiqué avec les articles.
Fini? 
- Apprendre Grammaire C.
- Apprendre vocabulaire C.
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Programme
  • Objectif : Tu connais les articles français.

  • Devoirs - ✔
  • Grammaire C - ✔

Slide 14 - Tekstslide

Le prochain cours...
...Parler C

  • Devoirs :
    Finir 37BC, 38B, Apprendre Grammaire C

Slide 15 - Tekstslide

Au revoir !

Slide 16 - Tekstslide