In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Biologie
Paragraaf 5.2 chromosomen bekijken.
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Uitleg paragraaf 5.2 chromosomen bekijken.
Korte vragen: leerstof begrepen?
Werken aan opdrachten: begrippenopdracht en vragen in het boek.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met een karyogram.
Je kunt aan de hand van een karyogram bepalen of een persoon een man of een vrouw is en uitleggen waarom.
Je kunt uitleggen welke vormen van mutaties wel/niet zichtbaar zijn in een karyogram.
Slide 3 - Tekstslide
Chromosomenportret
Karyogram: chromosomen uit de metafase van de mitose (X-vorm)
Homologe chromosomen (paren)
Bevat autosomen (22 paar) en geslachtschromosomen (XX of XY)
Het Y-chromosoom bevat slechts een vijftigtal genen. Eén is het SRY-gen, dat al vroeg in het embryo de ontwikkeling van de geslachtsorganen in mannelijke richting stuurt.
Slide 4 - Tekstslide
Wat laten karyogrammen niet zien?
Genen zijn te klein om met een microscoop te kunnen zien.
Genmutaties (veranderingen in de basenvolgorde) zijn dus ook niet zichtbaar.
Slide 5 - Tekstslide
Wat laten karyogrammen wel zien?
Genoommutatie: een wijziging in het aantal chromosomen.
Varianten:
Monosomie: Er is een chromosoom te weinig (syndroom van Turner: 45,X).
Trisomie: Er is een chromosoom te veel (trisomie 21, syndroom van Down) (47, XY,+21) of (47,XX,+21).
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Welke afwijking hoort bij monosomie?
A
Chromosoom heeft genmutaties
B
Chromosoom bevat XY-chromosomen
C
Er is een chromosoom te weinig
D
Er is een chromosoom te veel
Slide 10 - Quizvraag
Hoe kan een chromosoom te weinig of te veel ontstaan?