Thema 3, basisstof 5 en 6

Thema 3, basisstof 5
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 3, basisstof 5
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
 opstarten
Herhaling basisstof 4
Uitleg basisstof 5 (meeschrijven)
 zelfstandig aan de slag 
afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1
  • Hieronder is van twee verschillende personen een chromosomenpaar afgebeeld. De genen die bepalen of iemand de ziekte van Huntington wel of niet heeft, zijn aangegeven met letters.
  • Is het gen voor de ziekte van Huntington dominant of recessief? Of is dit niet uit de gegevens op te maken?

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 2
  • Bij een labrador is sluik haar(H) dominant over krullend haar (h)
  • Een homozygoot mannetje met sluik haar wordt gekruist met een vrouwtje met een krullend haar
  • Wat zijn de verhoudingen in genotypen bij de F1?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel basisstof 5
  • Ik kan aan de hand van een stamboom alle zekere genotypen invullen

Slide 5 - Tekstslide

Stambomen
  • Om te achterhalen waar je erfelijke eigenschappen vandaan komen, of om te kijken wat het genotype van je is, gebruikt men stambomen

Slide 6 - Tekstslide

De stappen
  • Bekijk het bord: 
  • Rondje = Vrouw
  • Vierkantje = Man
  • Bekijk het fenotype van elk gezinslid
  • Vul daarna in waar kan
  • (Dit staat ook in 3.4, boek 3a)

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 6
  • Ik kan uitleggen wat geslachtelijke voortplanting inhoud
  • Ik kan uitleggen hoe kunstmatige selectie wordt toegepast
  • Ik kan uitleggen wat ongeslachtelijke voortplanting is en kan twee voorbeelden noemen
  • Ik kan het verloop van een weefselkweek in vijf stappen uitleggen

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
  • Mensen willen de beste eigenschappen in hun dieren terugzien
  • Welke?
  • Hierom wordt kunstmatige selectie toegepast
  • De individuen met de beste eigenschappen worden gebruikt: veredeling

Slide 9 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • In de landbouw wordt ongeslachtelijke voortplanting toegepast
  • Dan hoef je geen kruising te doen!
  • Stekken: kan thuis ook!
  • Aardappelplant: knollen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Weefselkweek
  • Eigenlijk is weefselkweek "superstekken"
  • Groeipunten worden eraf gesneden
  • Deze groeien uit tot kleine plantjes waar weer nieuwe groeipunten af kunnen
  • Zo kom je snel op 50.000 nieuwe planten

Slide 12 - Tekstslide

De werkwijze
  • We gaan een vijftal opdrachten maken over kruisingsschema's
  • Denk aan de stappen:
  • Eerst de P generatie opschrijven (Aa, AA of aa x Aa, AA of aa)
  • Vervolgens maak je het kruisingsschema
  • Dan geef je antwoord op de vraag: Welk antwoord willen ze zien???

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 1
  • Bij deze katten is het gen voor blauwe ogen (B) dominant over bruine ogen (b)
  • Het mannetje is homozygoot voor blauwe ogen, het vrouwtje heeft bruine ogen. Deze worden gekruisd.
  • Welke verhouding verwacht je in de fenotypen?

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 2
  • Bij een frettensoort is donkere vacht (A) dominant over lichte vacht (a)
  • Een heterozygoot mannetje wordt gekruist met een vrouwtje met een lichte vacht
  • Wat zijn de genotypen van de ouders?
  • En de verhoudingen van de F1?

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 3
  • Hieronder is van twee verschillende personen een chromosomenpaar afgebeeld. De genen die bepalen of iemand de ziekte van Huntington wel of niet heeft, zijn aangegeven met letters.
  • Is het gen voor de ziekte van Huntington dominant of recessief? Of is dit niet uit de gegevens op te maken?

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 4
  • Bij een labrador is sluik haar(H) dominant over krullend haar (h)
  • Een homozygoot mannetje met sluik haar wordt gekruist met een vrouwtje met een krullend haar
  • Wat zijn de verhoudingen in genotypen bij de F1?

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 5
  • Bij rundvee is zwartbont dominant over roodbont (zwartbont = Z en roodbont = z).
  • Wat is de kans op een zwartbont kalf, als beide ouders roodbont zijn?

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Eerste 10 minuten in stilte zelfstandig
Tweede 10 minuten mag je overleggen
Bezig t/m basisstof 5 van thema 3

Klaar? Vat basisstof 5 samen (met je notities)


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide