Boekopdracht/ literaire kenmerken

Inhoud
  • Nabespreken huiswerk (kort)
  • Bespreken opdracht boekpresentaties
  • literaire kenmerken
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inhoud
  • Nabespreken huiswerk (kort)
  • Bespreken opdracht boekpresentaties
  • literaire kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Nabespreken huiswerk: Opdracht 2
1 haar → De vereniging voor autisme, die → een gift
2 hun → De meeste mensen, ze/zij → De meeste mensen
3 hem → Amin, hij → Amin
4 wat → Tomatensap
5 haar → Nora, wat → Bij haar nieuwe werkgever moet Nora veel overwerken
6 die → dvd, hem/die/deze → dvd, hen → Adam en Isis
7 dat → een boekenpakket, haar → Sigrid
8 op wie→ Mila

Slide 2 - Tekstslide

Nabespreken huiswerk: Opdracht 2 (p. 97)
1 goed 
2 fout – hij
3 fout – naast wie
4 fout – die
5 fout – hen

Slide 3 - Tekstslide

Nabespreken huiswerk: Opdracht 3 (p. 93)
1 Wij zullen hun hun spullen die we geleend hebben, snel teruggeven.
2 Als je Guus en Finn nog tegenkomt, moet je hen zeker de groeten doen!
3 Abigail, met wie ik naar de toneelclub ga, heeft een grote hond waarmee ze elke dag gaat wandelen.

Slide 4 - Tekstslide

verwerkingsopdracht boek 3
Opdracht op de ELO:
Bespreken we a/d hand van het opdrachtdocument

Twee data:
  • 16 feb: inleveren spreekschema (ELO)
  • 1 mrt: inleveren presentatie (fsobel@lmc-vo.nl)

Slide 5 - Tekstslide

literaire kenmerken

Slide 6 - Tekstslide

Doel verhaalanalyse
Door een verhaal uit elkaar te halen, en de onderdelen apart te bestuderen, ga je van het geheel van een verhaal meer begrijpen, en regelmatig, waarderen. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke Literaire kenmerken ken je?

Slide 8 - Woordweb

Literaire kenmerken:


Verhaalopbouw      
tijdverloop
personages
ruimte
perspectief
thema/ motief
titelverklaring

Slide 9 - Tekstslide

Verhaalopbouw
Begint een verhaal bij het begin met de introductie van het personages, of val je er als lezer middenin?

Slide 10 - Tekstslide

Optie 1: Begin bij het begin:
"Er was eens..." (sprookjes)
Wanneer een verhaal begint bij de intro van het belangrijkste personage(s) noem je dit: Ab ovo.


Slide 11 - Tekstslide

Optie 2
Het verhaal begint middenin de handeling, maar je weet niet wie wie  is, noch wat voor verhaal je leest. Dat noem je: in media res

Slide 12 - Tekstslide

vertelperspectief

Slide 13 - Tekstslide

Vertelperspectief: welke ken je?

Slide 14 - Woordweb

Verteller:
Degene die het verhaal vertelt, kan zelf een rol spelen in dat verhaal (1), of hij kan als buitenstaander (externe verteller) een verhaal vertellen over een personage (2 en 3). 

Slide 15 - Tekstslide

Verteller 1
"Ik liep gisteren over straat en kwam Arlon tegen bij het CS." 

De ik-verteller (V) voert "zichzelf" (belevend-ik) (V') op als personage: degene wiens gedachten we lezen, door wiens ogen we kijken en laat hem <figuur Arlon> ontmoeten. 

Slide 16 - Tekstslide

Verteller 2
Sammy liep over straat en kwam bij het CS Arlon tegen , die hem aanklampte: "Ze hebben me ontslagen. Weggesaneerd." 

De verteller voert een personage (Sammy) op, door wiens ogen we kijken (personaal perspectief/ hij-perspectief) en laat hem personage Arlon ontmoeten.

Slide 17 - Tekstslide

Verteller 3
We zien Sammy voor  het CS  lopen, waar hij Arlon opmerkt, die zojuist ontslagen is, en zo wanhopig uit zijn ogen kijkt, dat Sammy zich afvraagt of hij niet snel door moet lopen.  

De verteller toont ons een personage (Sammy), door wiens ogen we kijken, maar geeft ook informatie (over Arlon), die Sammy  niet weten kan. Dit is een Auctoriaal perspectief

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het perspectief?
"We roken ze nog voor we ze zagen: de walgelijke alles doordringende geur van ontbindende lijken, die in de tropen nog weerzinwekkender is dan in de gematigde luchtstreek. Even later zagen we hun hoofden op een open plek in het oerbos, alle drie gespietst op een staak, pik in hun mond, de groene baret stoer over het rechteroor getrokken." 
(uit: Merdeka! van Jacob VisGrote lijsters, 2020)

Slide 19 - Tekstslide

Perspectief van Merdeka!

Slide 20 - Open vraag

Wat is het perspectief?
"#103 22 december Laat me jullie vertellen over #103. 18 december, kwart voor negen 's ochtends: Rosa LaFayette loopt het Rheinpark in. Ze draagt een donkerblauwe jas met capuchon en duwt een kinderwagen. Haar tred houdt het midden tussen de zelfverzekerde gang van een wandelaar en de haastige passen van iemand die de trein moet halen (...)" 
(uit: Efter, van Hanna Bervoets, Grote Lijsters 2020)

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het perspectief van "Efter"?

Slide 22 - Open vraag

personages

Slide 23 - Tekstslide

Personages 
Wat personages voor figuren zijn, lees je door wat er over hen gezegd wordt (door de verteller en andere personages) en wat ze over zichzelf (en andere personages) zeggen en denken. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet je over flat/ round characters?

Slide 25 - Woordweb

Thema

Slide 26 - Tekstslide

Thema
Denk aan je favoriete liedje. 
Waar gaat t nummer over? 

Slide 27 - Tekstslide

Thema's gouden ei
  • liefde en het elkaar nooit helemaal kunnen bereiken.
  • dood en verdwijning
  • (de perfecte) misdaad

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Motief gouden ei
Droom, steentjes

Slide 30 - Tekstslide

Ruimte
Geen geografische ruimte. Het gaat hierbij om plaatsen die een functie hebben in het verhaal. 
De doodskist in het Gouden ei, bijvoorbeeld.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Titelverklaring

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Titelverklaring Gouden Ei
Zoek de titelverklaring op van Het gouden ei.

Slide 36 - Tekstslide

Tijd

Slide 37 - Tekstslide

Tijd
Aspecten van tijd in een verhaal/ roman:
  • historische tijd
  • tijdverloop van het verhaal
  • verteltijd
  • vertelde tijd


Slide 38 - Tekstslide

Tijd: facetten
Historische tijd: aan objecten en tijdsaanduidingen herken je een vroegere (historische tijd)

Slide 39 - Tekstslide

Historische tijd: aanwijzingen 
"In de stilte die de oorlog tenslotte was in Holland, weerklinken op straat plotseling zes scherpe knallen (...) Anton, die juist de dobbelsteen wil gooien verstart en kijkt naar zijn moeder, zijn moeder naar zijn vader, zijn vader naar de tussendeuren; maar Peter tilt de mantel van de carbidlamp en zet hem op het bord" (Uit: De aanslag).

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Flash-back
"We hebben net getankt"
"Ik kijk alleen maar even"
De benzinemeter van Rex'auto was kapot. Dat was hij drie jaar geleden ook al geweest, toen ze voor het eerst samen op vakantie waren. Op een avond had hij de laatste pomp weggewuifd, zwerend dat er genoeg in zat om het hotel te bereiken - en Saskia had drie uur op een pikdonkere Italiaanse landweg moeten wachten tot hij terug was met een jerrycan. (Uit: Het gouden ei)

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Verschil verteltijd/ vertelde tijd

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Opdracht

Slide 49 - Tekstslide