W4 les 2 muzische activiteiten

Dagbesteding B1-K1-W4
Les 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Dagbesteding B1-K1-W4
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Dagbesteding door de jaren heen. Welke vorm van dagbesteding werd eerder aangeboden?
A
arbeidstherapie
B
sociale voorzieningen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent sociale inclusie?
A
Sociale inclusie betekent de insluiting van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten.
B
Het betekent dat de maatschappij zich aanpast, zodat groepen in een achterstandssituatie kunnen meedoen in een reguliere leven

Slide 3 - Quizvraag

Participatie = Volwaardig meedoen aan de samenleving.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Muzische activiteiten
Als MZ’er kan je als taak krijgen om een muzische activiteit met een cliënt of een groepje uit te voeren (wordt ook verwacht voor de examinering).

Een muzische activiteit is een activiteit waar creativiteit in voorkomt zoals: Drama, Beeldende vorming, audiovisuele middelen, muziek, dans, tuin en natuur, sport/spel en beweging.

Slide 5 - Tekstslide

Welke muzische activiteiten heb jij allemaal uitgevoerd? En welke vond je het leukst?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

muzische activiteiten voor dementerende ouderen

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

muzische activiteiten kinderen met ADHD

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

muzische activiteiten voor cliënten met syndroom van down

Slide 12 - Woordweb

groepen begeleiden
Als je stage gaat lopen, zul je ongetwijfeld te maken hebben met het aanbieden van muzissiche acitivteiten. Je zult dan een groep moeten begeleiden...... Maar waar moet je eigenlijk allemaal rekening mee houden?

Je gaat erachter komen wanneer een groep goed functioneert, hoe een groepsontwikkeling eruit ziet en hoe je hier het beste mee omgaat. 

Slide 13 - Tekstslide

Jij loopt stage bij TOS. jij krijgt de taak om met 6 jongeren te begeleiden bij een speurtocht. De groep jongeren staan voor je neus en het is de tweede keer dat je ze begeleidt. de jongeren kennen elkaar ook niet zo goed. Hoe kan jij ervoor zorgen dat de groep jongens als groep goed zullen functioneren?

Slide 14 - Open vraag

Een groep goed laten functioneren
  • duidelijke structuur
  • Groep kan zich vinden in de regels
  • Acceptatie van individuele verschillen
  • Onderlinge vertrouwen
  • Afstemming van groepsleider zijn goed op elkaar afgestemd

Slide 15 - Tekstslide

je begeleidt een groep ouderen bij het karaoke zingen. Mario is bezig met zingen. Iedereen vindt het mooi maar Barbara zegt aan het einde dat hij vals heeft gezongen. Iedereen weet van Barbara dat zij altijd in de spotlight wilt staan. het wordt een beetje rumoerig in de groep. Wat doe jij al begeleider om alles weer onder controle te krijgen?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht
lees uit het boek communicatie 8.18 cliënten in groepen begeleiden

beantwoord de volgende vragen:
  1. Uit welke fasen bestaat de groepsontwikkeling. Geef bij elke fase een korte toelichting.
  2. Hoe kan je voor een goede sfeer zorgen?
  3. Geef een voorbeeld van hoe je een goede voorbeeldfunctie kan laten zien
  4. Op welke twee manieren kan jij de interactie tussen de cliënten stimuleren?
  5. Geef een voorbeeld van hoe jij individuele aandacht kan stimuleren
  6. Waarom is individuele aandacht zo belangrijk? 
  7. Wat is conformeren? Geef hier een voorbeeld van.
  8. Hoe kan je overzicht houden over een groep?

Slide 17 - Tekstslide

Groepsontwikkeling
Elke groep maakt groepsprocessen door: constante verandering in de groep. Als begeleider moet je bij een groepsproces rekening houden met de volgende punten:

  • Inspelen op groepsontwikkeling: vormfase->stormfase-> normfase -> prestatiefase-> afscheidsfase
  • Zorg voor een goede sfeer: leefklimaat-> stemming binnen de groep + materie.
  • Jij bent een voorbeeldfunctie & signaleren van negatief gedrag onder de cliënten.
  • Stimuleren van interactie: een gesprek beginnen en andere cliënten erin mengen of bij vraag doorverwijzen naar een andere cliënt.
  • Betrokkenheid stimuleren: interesse tonen bij cliënten (verjaardagen, hobby's)
  • Individuele aandacht: tevredenheid en acceptatie -> veiligheid
  • Omgaan met conformisme: conformeren = toegeven aan de mening van de groep -> groepsdoel.
  • Wielstructuur en sterstructuur =  De communicatie kan op 2 manieren verlopen. Wielstructuur bestaat uit een groep waar niemand de leiding heeft -> gelijkwaardig. Sterstructuur bestaat uit een groep waar een iemand de leiding heeft. 
  • Overzicht houden: consequent ingrijpen

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 19 - Tekstslide