Homofonen/Homoniemen & Herhaling lezen

Welkom allemaal! 
Donderdag 09/ 04 / 2020
Nederlands 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal! 
Donderdag 09/ 04 / 2020
Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Over Taal Blok 1
  • Homoniemen en homofonen
  • Figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van les kan je:
  1. benoemen wat een homofoon is en voorbeelden geven
  2. benoemen wat een homoniem is en voorbeelden geven
  3. beeldspraak en verhaspeling herkennen
  4. kernzinnen uit de tekst halen 
  5. een samenvatting van een tekst maken 



Slide 3 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een beschouwing?

A
Activeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Opiniëren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een betoog?

A
Activeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Opiniëren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een standpunt?
A
Een argument
B
Een standpunt neem je in over een bepaalde kwestie.
C
Een feit
D
Bewijs voor een mening

Slide 6 - Quizvraag

Waaraan herken je een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 7 - Quizvraag



Ik heb vakantie
, daarom kijk ik tv.
A
'ik heb vakantie' is een argument
B
'ik heb vakantie' is een standpunt

Slide 8 - Quizvraag



Ze is erg pienter,
ze haalt altijd achten voor de toetsen.
A
'ze haalt altijd achten..' is een argument
B
'ze haalt altijd achten..' is een standpunt

Slide 9 - Quizvraag


Fietsen is best gevaarlijk.
A
Mening
B
Feit

Slide 10 - Quizvraag


Junkfood is slecht voor je lichaam
A
Mening
B
Feit

Slide 11 - Quizvraag


Kinderen boven de 5 jaar zijn leerplichtig.
A
Mening
B
Feit

Slide 12 - Quizvraag


Mijn vader koopt bloemen.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 13 - Quizvraag

De hond wordt uitgelaten door mijn zus.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 14 - Quizvraag

De meester kijkt de toetsen na.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 15 - Quizvraag

Vaktaal,
Homoniem en homofoon

Wat is het?

Slide 16 - Tekstslide

Vaktaal = vakjargon
Vaktaal: Elk beroep heeft woorden die speciaal bij dat vakhoren. Zulke woorden noem je vaktaal. 

Vaktaal van de kapper: permanenten, touperen, krulsterkte.

- Welk vaktaal ken jij?

Slide 17 - Tekstslide

Verpleegkundige vaktaal
Een patiënt wordt gedehydreerd ter voorbereiding op een CT-scan. Het infuus piept, gevolgd door een typisch geval van klok en klepel. De patiënt vraagt: ‘Ben ik nu klaar?

Slide 18 - Tekstslide

Homofoon

Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.


hard - hart 

wei - wij

Leiden - lijden

Zei - zij

ligt - licht

Slide 19 - Tekstslide

Homoniem
Eén woord met meerdere betekenissen. 

bank
bloem
bal
lijn

Slide 20 - Tekstslide

Samenvatten



Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting
Als je een tekst beter wilt begrijpen of moet leren, dan is het handig om er een samenvatting van te maken. 

  • Een samenvatting is een korte weergave van een tekst in je      eigen woorden.
  • Je schrijft alleen de hoofdzaken op en laat de bijzaken     achterwege. 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe maak je een samenvatting?
  1. Lees de hele tekst goed door. Begrijp de tekst! 
  2. Schrijf op wat volgens jou de belangrijkste boodschap is die de tekst jou wil vertellen. Oftewel: wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte?
  3.  Achterhaal per alinea wat er wordt gezegd over het onderwerp. Let hierbij op kernzinnen.
  4.  Voorbeelden die in de tekst worden aangehaald of aanbevelingen hoef je niet in de samenvatting te zetten; dat zijn bijzaken. 
  5. Maak er een logisch geheel van.
    - Zinnen toevoegen die extra structuur aan je samenvatting geven.
    - Let erop dat de eerste zin een inleidende zin is en de laatste zin een afsluitende zin
    .- Gebruik  signaalwoorden zoals daarom, ten eerste, vervolgens, enzovoort.
  6.  Lees je samenvatting nog eens door!

Slide 23 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  1. Wat zegt de schrijver van de tekst over het onderwerp?
  2. De hoofdgedachte is altijd één complete zin.
  3. Je vindt de hoofdgedachte meestal in de inleiding of in het slot van een tekst, dus lees die twee gedeelten goed!
  4. Let op: de hoofdgedachte is nooit een vraag.

Slide 24 - Tekstslide

Kernzinnen
Wat zijn dit ook alweer?


Volgende tekst:
Haal de kernzinnen eruit en maak een korte samenvatting  -->

Slide 25 - Tekstslide

Kernzinnen
Het door droogte geteisterde Australië gaat ook gebukt onder zandstormen en extreem weer. Enorme hagelstenen veroorzaakten een ravage in hoofdstad Canberra, waar de luchtkwaliteit recentelijk nog kelderde door de rook van bosbranden.

Inwoners van deelstaat New South Wales hadden afgelopen weekend last van enorme zandstormen. Op videobeelden is te zien hoe een enorme muur van zand over plaatsen in de outback trekt. „Het was eerlijk gezegd net een apocalyptische film", zei een inwoonster van de plaats Dubbo.

KLAAR MEE'
„Ik ben er wel klaar mee", reageerde de bedrijfsleider van een zwembad in Tottenham, op zo'n 500 kilometer ten westen van Sydney. Dat moest zaterdag de deuren sluiten omdat zand in het water zat. „Ik kon de bodem van het grote zwembad niet eens zien. En het kinderbadje zat vol modder."

https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/2020/01/zandstormen-en-hagel-teisteren-australie

Slide 26 - Tekstslide

Kernzinnen
Het door droogte geteisterde Australië gaat ook gebukt onder zandstormen en extreem weer. Enorme hagelstenen veroorzaakten een ravage in hoofdstad Canberra, waar de luchtkwaliteit recentelijk nog kelderde door de rook van bosbranden.

Inwoners van deelstaat New South Wales hadden afgelopen weekend last van enorme zandstormen. Op videobeelden is te zien hoe een enorme muur van zand over plaatsen in de outback trekt. „Het was eerlijk gezegd net een apocalyptische film", zei een inwoonster van de plaats Dubbo.

'KLAAR MEE'
„Ik ben er wel klaar mee", reageerde de bedrijfsleider van een zwembad in Tottenham, op zo'n 500 kilometer ten westen van Sydney. Dat moest zaterdag de deuren sluiten omdat zand in het water zat. „Ik kon de bodem van het grote zwembad niet eens zien. En het kinderbadje zat vol modder."

https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/2020/01/zandstormen-en-hagel-teisteren-australie

Slide 27 - Tekstslide

Workshopsessie (10:15-11:30 uur)
Trede 14: Kort en bondig ->
  1. Lezen: Kom tot de kern
     - Maak oranje (kernzinnen) en wit (samenvatting)
  2. Schrijven:Van hetzelfde

Ben je klaar met opdrachten?
 Lees tekst 2 in Showbie en maak de samenvattingsopdracht. 

Slide 28 - Tekstslide