stijlfiguren Havo3
Hij kwam, zag en overwon.
A
climax
B
omgekeerde climax
C
tegenstelling
D
herhaling
1 / 10
Onderdelen in deze les
Hij kwam, zag en overwon.
A
climax
B
omgekeerde climax
C
tegenstelling
D
herhaling
Slide 1 - Quizvraag
We hadden ruzie, maar nu weer vrede.
A
opsomming
B
herhaling
C
tegenstelling
D
climax
Slide 2 - Quizvraag
Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.
A
omgekeerde climax
B
climax
C
opsomming
D
drieslag
Slide 3 - Quizvraag
We hadden ruzie, maar nu weer vrede.
A
opsomming
B
herhaling
C
tegenstelling
D
climax
Slide 4 - Quizvraag
Hij lachte hard, héél hard!
A
drieslag
B
herhaling
C
omgekeerde climax
D
opsomming
Slide 5 - Quizvraag
Hij is wereldberoemd, nou ja… in Nederland, eh in Zaltbommel dan. Ik bedoel: daar hebben ze van hem gehoord.
A
herhaling
B
opsomming
C
climax
D
omgekeerde climax
Slide 6 - Quizvraag
Ze riep:"Nee, nee en nog eens nee!"
A
opsomming
B
herhaling
C
tegenstelling
D
climax
Slide 7 - Quizvraag
Hij is meer dood dan levend
A
climax
B
omgekeerde climax
C
tegenstelling
D
herhaling
Slide 8 - Quizvraag
Op het boodschappenlijstje stond: boter, kaas en eieren
A
opsomming
B
herhaling
C
tegenstelling
D
climax
Slide 9 - Quizvraag
Hij brulde het uit, maar na 5 minuten huilde hij alleen nog maar om vervolgens na een kwartiertje zo af en toe nog wat te snikken.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
climax
D
omgekeerde climax
