Les 1 Nederlands grammatica blok 1
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een werkwoord?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 4 - Open vraag
Klas 2K1 is in de ochtend nog niet zo fit.
Wat is de pv?
Wat is de pv?
A
klas 2K1
B
is
C
in de ochtend
D
niet zo fit
Slide 5 - Quizvraag
Hele werkwoorden
Slide 6 - Woordweb
We hebben een fijne vakantie gehad.
Wat is het voltooid deelwoord?
Wat is het voltooid deelwoord?
A
hebben
B
gehad
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 9 - Open vraag
Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
is
B
is vergeten
C
zijn spullen
D
hij
Slide 10 - Quizvraag
Het (werkwoordelijk) gezegde is/zijn...
A
De persoonsvorm
B
De werkwoorden in de zin
C
De werkwoorden in de zin, dus ook de persoonsvorm
D
Is er niet altijd
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Alle leestekens in een zin
C
Alle personen in een zin
D
Leestekens
Slide 12 - Quizvraag
Het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 13 - Quizvraag
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Marina legt het onderwerp uit.
Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp:
De brugklas leert het onderwerp vinden.
De brugklas leert het onderwerp vinden.
A
De brugklas
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Ik leer het onderwerp te vinden.
Ik leer het onderwerp te vinden.
A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden
