H1_Verhalen over liefde

Maan
Beloof je dat
Snelle
Kleur
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Maan
Beloof je dat
Snelle
Kleur

Slide 1 - Tekstslide

Claude
Layla

Slide 2 - Tekstslide

Maandag 26 augustus
1) Bespreken huiswerk, opdracht 3, blz. 10/11
2) Samen lezen: De dagen van de bluegrassliefde
3) Wat komt er bij je op als je dit verhaal hoort?
4) Maak opdracht 5, blz. 13
5) Samen lezen: Er is geen vorm waarin ik pas
6) Maak opdracht 6, blz. 15

Slide 3 - Tekstslide

Maandag 26 augustus
7) Maak opdracht 7, blz. 16 t/m 18 in groepjes.
Schrijf de antwoorden in hele zinnen op in je
boek. 

Slide 4 - Tekstslide

Woensdag 28 augustus
1) Bespreken opdracht 7, blz. 16 t/m 18 
2) Theorie leeservaring 
3) In groepjes: maak opdracht 8 in je boek + maak 
opdracht 9 in je schrift. 
Zet erboven (in je schrift) welke opdracht het is + blz.
Geef antwoord in hele zinnen.
Klaar? Zoek informatie op over de leestips (boeken) op blz. 21
op internet. Zou je 1 van deze boeken willen lezen?

Slide 5 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
1) Opdracht 7 nakijken

Slide 6 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
1) Opdracht 7 zelf nakijken

Slide 7 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
1) Opdracht 7 zelf nakijken

Slide 8 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
Voorbeeld dialoog in Cofettiregen.




Slide 9 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
Jullie gaan schrijven! In je schrift.
1) Je begint met opdracht 11a, blz. 23, 200 - 300 woorden
2) Klaar? Lees je verhaal nog eens goed door. Kijk het na en let op > hoofdletters, leestekens, werkwoordspelling.
Klaar?
3) Nu maak je opdracht 11c, blz. 24, 200 - 300 woorden
4) Klaar? Lees je verhaal nog eens goed door. Kijk het na en let op > hoofdletters, leestekens, werkwoordspelling.


Slide 10 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
Lees het verhaal van een klasgenoot. Geef feedback aan elkaar en vul opdracht E, blz. 24 in. Verbeter je verhaal aan de hand van de feedback.
Klaar?
Hebban in de Klas
1) Ga naar Outlook, je hebt een mail van Hebban in de Klas > maak een account aan (Elske heeft al een account).
2) Geef hier aan welke boeken je al gelezen hebt. Geef ook aan welke boeken je nog zou willen lezen.
3) Ga op zoek naar een leuk leesboek. 
lezenvoordelijst.nl OF leesadviezen.nl OF jongejury.nl

Slide 11 - Tekstslide

Donderdag 29 augustus
Lees het verhaal van een klasgenoot. Geef feedback aan elkaar en vul opdracht E, blz. 24 in. Verbeter je verhaal aan de hand van de feedback.
Klaar?
Hebban in de Klas
1) Ga naar Outlook, je hebt een mail van Hebban in de Klas > maak een account aan (Elske heeft al een account).
2) Geef hier aan welke boeken je al gelezen hebt. Geef ook aan welke boeken je nog zou willen lezen.
3) Ga op zoek naar een leuk leesboek. 
lezenvoordelijst.nl OF leesadviezen.nl OF jongejury.nl

Slide 12 - Tekstslide

Maandag 2 september
Schrijfopdracht. Hoe ver zijn jullie?
Lees het verhaal van een klasgenoot. Geef feedback aan elkaar en verbeter je verhaal aan de hand van de feedback.  Vul opdracht E, blz. 24 in.
Klaar?
Ga naar Hebban in de Klas > https://www.hebbanindeklas.nl/
1) Log in met de klascode: 69B5A
2) Geef in Hebban in de Klas aan welke boeken je al gelezen hebt. Geef ook aan welke boeken je nog zou willen lezen. Tip! Gebruik de leeslijsten. 
3) Ga op zoek naar een leuk leesboek. Volgende week starten we met lezen in de les.
Inspiratie? lezenvoordelijst.nl OF leesadviezen.nl OF jongejury.nl (minimaal niveau 2)

Slide 13 - Tekstslide

Maandag 2 september
Ga naar Hebban in de Klas > https://www.hebbanindeklas.nl/
1) Log in met de klascode
2) Geef in Hebban in de Klas aan welke boeken je al gelezen hebt. Geef ook aan welke boeken je nog zou willen lezen. Tip! Gebruik de leeslijsten. 
3) Ga op zoek naar een leuk leesboek. Volgende week starten we met lezen in de les.
Inspiratie? 
https://www.ikvindlezennietleuk.nl/uitgebreid-zoeken/
https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/12-15-jaar.html
https://jongejury.nl/lezen/leestips/
https://www.leesadviezen.nl/
Minimaal niveau 2

Slide 14 - Tekstslide

- Theorie Verhalen, blz. 25
- Opdracht 14a, blz. 26
- Verhaal Mirakel samen lezen
- Maken opdracht 14 b t/m f + opdracht 15

Starten met theorie beeldspraak, blz. 32

Slide 15 - Tekstslide

Boekopdracht periode 1
- Planning Magister Learn
- Boekopdracht periode 1 (feedback) > week van 4 november in de les maken

Vandaag en morgen > beeldspraak en stijlfiguren (dit moet je ook gebruiken bij boekopdracht 1)

Maandag 7 september > leesboek meenemen naar de les

Slide 16 - Tekstslide

Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie 
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken, het object en het beeld.

Hij is zo gek als een deur
De vijand kwam als een dief in de nacht
Hij ging er als een haas vandoor
De winnaar was zo trots als een pauw

Slide 20 - Tekstslide

Metafoor
Het object wordt helemaal vervangen door het beeld. Metaforen kunnen ook werkwoorden zijn. Beeld en object lijken op elkaar. 
   
De auteur gebruikt dus een ander woord voor wat hij bedoelt: tussen die twee is er een betekenisovereenkomst. De metafoor is eigenlijk een vergelijking, maar zonder ‘als’ en waarin de werkelijkheid dikwijls verzwegen wordt.


Een tsunami van nieuwe voorschriften (een enorme berg)
Ruim die zwijnenstal eens op (kamer die een grote puinhoop is)

Ik brand van verlangen 
Ze heeft die jongen maanden aan het lijntje gehouden

Slide 21 - Tekstslide

Metafoor
- Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken = iemand die iets gekregen heeft

- Een vruchtbare vergadering = een vergadering met resultaat

- Die zwijnenstal moet je opruimen = een omgeving die vies is

- Die kleuter zit in 5 havo = een leerling die zich kinderachtig gedraagt




Slide 22 - Tekstslide

Metafoor
Ook in werkwoorden:

Joris barst van het talent.

Lieke heeft die jongen te lang aan het lijntje gehouden.


Slide 23 - Tekstslide

Personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.

 

De zon streelde onze wangen

Het gevaar loerde op elke hoek van de straat
Papier is geduldig

Slide 24 - Tekstslide

Geef in de volgende quizvragen aan met welke vorm van beeldspraak je te maken hebt. Kijk naar de woorden in hoofdletters. Geef bij een metafoor in een werkwoord METAFOOR als antwoord.

Slide 25 - Tekstslide

Zij KOKEN van woede.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 26 - Quizvraag

De CLOWN van de klas moest weer eens alle aandacht hebben.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 27 - Quizvraag

Mijn oude fiets SMEEKT om een grondige opknapbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 28 - Quizvraag

Sanne VIST naar complimentjes.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 29 - Quizvraag

Die acrobaat is NET EEN SLANG.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 30 - Quizvraag

Wat een boom van een kerel is jouw broer geworden!
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 31 - Quizvraag

Beeldspraak: vergelijking en metafoor
- Als vorm van beeldspraak kennen we nu dus de vergelijking en de metafoor

- Van de metafoor is er nog een andere variant dan je tot nu geleerd hebt

Slide 32 - Tekstslide

Metonymia

Veel beeldspraak berust op een overeenkomst tussen object en beeld (vergelijking, metafoor). Beeldspraak kan ook een ander verband tussen object en beeld beschrijven: 


In die zaal hangt een prachtige Rembrandt. (Je bedoelt het schilderij, maar je noemt de schilder) 


Dit noemen we een METONYMIA. Beeld en object lijken niet op elkaar.



Slide 33 - Tekstslide

Metonymia

Veel mensen willen meer blauw op straat (blauw = politie)


Toen hij het veld opkwam, juichte het stadion (stadion = publiek)


Mijn opa heeft een anker op zijn onderarm (anker = een tatoeage van een anker)


Slide 34 - Tekstslide

Metonymia
- Die lachebek (je noemt de eigenschap, maar je bedoelt de persoon)
- Hij trapte het leer tussen de doelpalen (je noemt het materiaal, maar je bedoelt het voorwerp)

- Geef mij nog maar een glaasje (je noemt het voorwerp, maar je bedoelt de inhoud)
- Hij drinkt altijd Spa (je noemt de aardrijkskundige naam, maar je bedoelt het product dat daar vandaan komt)

Slide 35 - Tekstslide

Metonymia
- Neem maar een bloemetje mee (je noemt een deel, maar je bedoelt het geheel) 
- Nederland won van Duitsland (je noemt het geheel, maar je bedoelt een deel) 
- Mijn Nikes lopen erg lekker (je noemt de producent maar bedoelt het product)

Slide 36 - Tekstslide

Metafoor en metonymia
Metonymia: geen vergelijking maar detail of kenmerk 

Metafoor: wel vergelijking of overeenkomst 

Slide 37 - Tekstslide

Samenvatting
Je weet nu het verschil tussen de volgende vormen van beeldspraak: 
- een vergelijking    (een kop als een boei) 
- een metafoor    (ruim je zwijnenstal eens op) 
- een personificatie    (de bomen fluisteren haar naam) 
- een metonymia  (ik lust nog wel een glaasje)  

Slide 38 - Tekstslide

Woensdag 4 september
Maken opdracht 16 b t/m f , blz. 32/33  (Beeldspraak)

Klaar?
Op zoek naar een leuk leesboek

Boek gevonden?
Geef bij dit boek aan > 'Aan het lezen' (Hebban in de Klas)

Slide 39 - Tekstslide

Donderdag 5 september
Maken opdracht 16 b t/m f , blz. 32/33  (Beeldspraak)
16b
Hoe hij het ook noemde, het had hem overstroomd.
Er fladderen voortdurend vlinders door je zicht.
Daarmee had hij Sherylen vermorzeld.
Tycho wilde niet vermorzeld.
Ruben had haar op heterdaad betrapt.

Slide 40 - Tekstslide

Donderdag 5 september
Maken opdracht 16 b t/m f , blz. 32/33  (Beeldspraak)
16c
Haar lichaam vertelde een ander verhaal.

16d
Als ik nog meer over mezelf vertel / als ik nog meer over mezelf laat zien

Slide 41 - Tekstslide

Donderdag 5 september
Maken opdracht 16 b t/m f , blz. 32/33  (Beeldspraak)
16e
Hoe hij het ook noemde, het was een overweldigend gevoel. Het maakte hem blij.
16f

Slide 42 - Tekstslide

Donderdag 5 september
Maken opdracht 16 b t/m f , blz. 32/33  (Beeldspraak)
16e
Hoe hij het ook noemde, het was een overweldigend gevoel. Het maakte hem blij.
16f

Slide 43 - Tekstslide

Donderdag 5 september
Oefenen met beeldspraak.

https://youtu.be/W7mQb01R-fE?si=pgPvkie1DZnahy9L
Kahoot beeldspraak

Wie heeft er al een leesboek gevonden voor periode 1?
Maandag 9 september > leesboek meenemen naar de les

Slide 44 - Tekstslide

Mirakel
Ruben is gek op zijn opa Emiel en oma Lea. Zijn oma is een paar jaar geleden gestorven en zijn opa kan nu eigenlijk niet meer alleen wonen. De familie gaat op zoek naar een student die tegen kost en inwoning enige mantelzorg kan verlenen. Ruben kiest Nuri uit, een mysterieus meisje dat het aanbod met beide handen aangrijpt, maar weinig loslaat over zichzelf.

Als Emiel jarig is, gaan Ruben en Emiel samen naar het bedevaartsoord waar Lea graag kwam. Daar wordt het Emiel allemaal te veel: hij wordt overvallen door emoties en Ruben schakelt Nuri’s hulp in. Het blijkt dat ze alle drie geheimen hebben en dat het misschien wel eens tijd wordt dat de waarheid aan het licht komt.

Slide 45 - Tekstslide