Jullie gaan schrijven! In je schrift.
1) Je begint met opdracht 11a, blz. 23, 200 - 300 woorden
2) Klaar? Lees je verhaal nog eens goed door. Kijk het na en let op > hoofdletters, leestekens, werkwoordspelling.
Klaar?
3) Nu maak je opdracht 11c, blz. 24, 200 - 300 woorden
4) Klaar? Lees je verhaal nog eens goed door. Kijk het na en let op > hoofdletters, leestekens, werkwoordspelling.