In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.3 Zouten in water
Slide 1 - Tekstslide
Welke naam hoort bij deze verhoudingsformule:
AlBr3
A
aluminiumtribromide
B
aluminiumbromide
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de verhoudingsformule van IJzer(II)chloride
A
FeCl
B
FeCl2
C
FeCl3
D
Fe2Cl
Slide 3 - Quizvraag
Geef de verhoudingsformule van kaliumoxide
Slide 4 - Open vraag
Geef de verhoudingsformule van ijzer(III)bromide
Slide 5 - Open vraag
Wat is de verhoudingsformule van Uraan(VI)acetaat?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Lossen dan alle zouten op in water?
Nee, als de ionbinding te sterk is, komen de ionen niet los uit het ionrooster. In Science data tabel 8.4d (blz 106) vind je een tabel met de oplosbaarheid van zouten in water: de oplosbaarheidstabel.
Slide 9 - Tekstslide
Noteer de reactievergelijking voor het oplossen van NaOH
Slide 10 - Open vraag
Noteer de reactievergelijking voor het oplossen van aluiniumhydroxide
Slide 11 - Open vraag
Noteer de reactievergelijking voor het oplossen van natriumsulfide
Slide 12 - Open vraag
Noteer de reactievergelijking van het indampen van een koper(II)sulfaatoplossing
Slide 13 - Open vraag
Noteer de indampvergelijking van en
Mg2+(aq)
OH−(aq)
Slide 14 - Open vraag
Wat gebeurt er als je 2 zout-oplossingen bij elkaar voegt?
Je krijgt dan 4 ionen in een oplossing. Je moet dan controleren of er een neerslag kan ontstaan met een minioplosbaarheidstabel en SD 106
Slide 15 - Tekstslide
Geef de neerslag vergelijking voor het samenvoegen van zilvernitraat en kaliumchloride
Slide 16 - Open vraag
Aan een oplossing van bariumnitraat voeg je een oplossing van natriumjodide toe. Ontstaat er een neerslag? Leg je antwoord uit.
Slide 17 - Open vraag
Je hebt twee oplossingen, koper(II)bromide en natriumhydroxide. Deze doe je bij elkaar. Onstaat er een neerslag? Zo ja, noteer de neerslagreactie.
Slide 18 - Open vraag
Je hebt twee oplossingen, kaliumchloride en ammoniumnitraat. Deze doe je bij elkaar. Onstaat er een neerslag? Zo ja, noteer de oplosreacties en de neerslagreactie.