2122 hoofdstuk 3 receptieve vaardigheden

Vakdidactiek 2 Lesson 3
Luisteren en lezen, hoe werkt dat?


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijswetenschappenWOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vakdidactiek 2 Lesson 3
Luisteren en lezen, hoe werkt dat?


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les kun je:
  • uitleggen wat het belang is van een conceptueel kader bij de vaardigheden lezen en luisteren
  • de begrippen weergeven, samenvatten en interpreteren uitleggen, herkennen en toepassen
  •   het doel van een lees- of luisteropdracht benoemen 
  • drie verschillen noemen tussen lezen en luisteren 
  • de moeilijkheidsgraad van een lees-luisteropdracht beïnvloeden m.b.v. oefenparameters. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test je kennis over hfd. 3
De volgende vragen gaan over hoofdstuk 3.
Bij onduidelijkheid, opnieuw lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet een bord met het woord
"bladdepot" erop maar begrijpt het
niet.
Welke informatie ontbreekt?
A
De talige context
B
De situatieve context
C
De interpretatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De situatieve context
 De omgeving maakt duidelijk wat een woord betekent.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leest een artikel in de krant. Welke verwerkingsproces wordt hier toegepast?
A
Top-down
B
Bottom-up
C
Top-down en bottom-up
D
geen verwerkingsproces

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verwerkingsproces
Als je een artikel leest, werkt het verwerkingsproces van klein naar groot (bottom-up) samen met het betekeniszoekende proces van bovenaf (top-down).Wel zal de ene lezer meer top-down (globaal) en de andere lezer meer bottom-up (woord voor woord) lezen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verwerkingsproces
Audio fragment blz 58
kennis van de wereld + situatieve context + talige context
betekenis
tekst
zin 
woord
klank of letter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een leerling in jouw klas is al snel klaar met lezen maar kan specifieke vragen over de tekst niet beantwoorden. Is dit een voorbeeld van top-down of bottom-up lezen?
A
Top-down
B
Bottom-up

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe lezen leerlingen?
In je lessen zul je merken dat niet alle leerlingen even "effectief" lezen; sommige lezen woord voor woord (vaak dus te langzaam en krijgen hierdoor te weinig beeld van de hele tekst) en  anderen lezen te snel en krijgen de details niet mee. 
Wat kun jij doen in de les? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De leerling leest top-down.
Welke advies zou je de leerling geven om een tekst beter te begrijpen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weergeven, samenvatten, interpreteren


Slide 12 - Tekstslide

Bestudeer het tabel op bl. 63.
Bij de receptieve vaardigheden is het belangrijk om de leerling te laten weten wat van ze verwacht wordt. 
Je kunt vragen om ze een lees of luistertekst te weergeven, samenvatten of interpreteren. 

Weergeven = opnieuw in woorden zeggen
Samenvatten = de hoofdzaken / bijzaken onderscheiden

Interpreteren+ een betekenis geven aan de woordenstroom
Als je aan iemand in het kort vertelt waar een film over gaat, ben je vooral bezig met:
A
weergeven
B
samenvatten
C
interpreteren
D
A, B en C

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jouw VMBO klas moeten twee brieven vergelijken en aangeven welke formeel is en welke informeel. Zijn de leerlingen bezig met weergeven, samenvatten of interpreteren?
A
weergeven
B
samenvatten
C
interpreteren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zoekend of structurerend?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoekend of structurerend?
  • een brochure of een aankondiging lees of beluister je zoekend: want je bent gericht "op zoek naar'' informatie.

  • een verhaal of een serie lees of bekijk/beluister je structurerend, want je volgt de "rode draad" in het verhaal (van begin tot eind).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt een vakantiehuisje boeken en je kijkt op de site van een camping naar de prijzen. Met welk soort lezen ben je bezig?
A
structurerend
B
zoekend (selectief)

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen luisteren en lezen 
  • Luisteren is een lineair proces
  • Het schriftbeeld is overzichtelijker
  • Luisteren gaat in een tempo dat door de spreker bepaald wordt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is moeilijker om te onderwijzen, Lezen of luisteren? Noem 2 redenen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lees/luisterdoel
Tempo
van te voren bedenken de leerlingen welke woorden bij dit thema horen
ipv meerkeuze vragen, de leerlingen vragen naar " wie praten en waar zijn ze"?
van te voren een filmpje bekijken over dit onderwerp
een tutorial tussentijds stoppen en tussendoor vragen stellen over vervolg
inhoudelijke moeilijkheidsgraad
talige moelijkheidsgraad

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies