Voorbereiding op het examen - week 13

• belevingsgericht werken
• MBO
• Studiejaar 1

keuzedeel

Belevingsgericht werken

Proeve van bekwaamheid

Hierin laat je zien dat je het kan 

Pas toe wat je tijdens dit keuzedeel hebt geleerd/gezien/gehoord

Onderdelen examen 

Je voert 4 verschillende opdrachten uit:

o Opdracht 1: Onderzoek een belevingsconcept

o Opdracht 2: Schrijf een Plan van Aanpak

o Opdracht 3: Bedenk een actie

o Opdracht 4: Geef een presentatie

Opdracht 1: Onderzoek een belevingsconcept

• Je gaat een belevingsconcept onderzoeken. Dit moet je bij je BPV, (PEP BINNEN EEN ZORGORGANISATIE VOLGT NOG MOGELIJK ALS MOGELIJKHEID< VOORALSNOG NIET) LET OP: het is belangrijk dat je zelf als gast naar deze organisatie toe kan.  

Opdracht 1: wat moet je doen?

• Kies een organisatie waarvan je het belevingsconcept wilt onderzoeken en waarvan je mogelijkheden ziet om het belevingsconcept te verbeteren:

• Zoek informatie over het belevingsconcept.

• Bezoek als gast de organisatie.

• Stel vragen over het belevingsconcept aan de contactpersoon (leidinggevende, manager, medewerkers organisatie).

• Werk het bestaand belevingsconcept uit in een verslag. Beschrijf:

- het doel van de beleving

- de doelgroep waar de organisatie op gericht is

- het thema van de beleving bij de organisatie

- de manier waarop sfeer gecreëerd wordt in de organisatie

- gedrag van de medewerkers dat past bij de beleving

- de manieren van interactie tijdens de beleving

- of het belevingsconcept gelijk is aan de manier waarop jij dat hebt ervaren

JE LEVERT HET VERSLAG IN ALS EINDOPDRACHT VOOR OPDRACHT 1. ELK ONDERDEEL HOORT HIERIN TE STAAN, ANDERS MOET HET HERKANST WORDEN. 

Opdracht 2: schrijf een plan van aanpak 

Je gaat een plan van aanpak schrijven gericht op het belevingsconcept dat je hebt onderzocht in opdracht 1. 

Hierin beschrijf je de verbeteringen die plaats kunnen vinden binnen de organisatie. 

Opdracht 2: wat moet je doen?

• Maak een vertaling van het belevingsconcept naar een Plan van Aanpak.

- Beschrijf op welke onderdelen (thema, sfeer, interactie en gedrag van personeel) aanpassingen

of verbeteringen nodig zijn voor het verbeteren van de beleving bij de doelgroep.

- Beschrijf waarom jouw Plan van Aanpak haalbaar is voor de organisatie.

- Beschrijf 2 situaties die invloed kunnen hebben op de haalbaarheid van je Plan van Aanpak. Leg uit wat je zou aanpassen in je Plan van Aanpak zodat deze toch haalbaar blijft. 

JE LEVERT HET PLAN VAN AANPAK GERICHT OP HET VERBETEREN VAN HET BESTAANDE BELEVINGSCONCEPT IN VOOR OPDRACHT 2. 

Opdracht 3: Bedenk een actie 

Je gaat een actie bedenken om de beleving van de gasten te verbeteren. Voor het bedenken van de actie gebruik je de eerdere resultaten uit opdracht 1 en 2. 

Let op: in opdracht 2 bedenk je wat er beter kan, in opdracht 3 werk je dit uit. Zorg er dus voor dat je onderscheid maakt in deze opdrachten. 

Opdracht 3: wat moet je doen?

• Bedenk een actie. Werk de volgende onderdelen uit:

- De actie die je bedacht hebt.

- Een beschrijving waarom de actie aansluit bij het eerder bedachte Plan van Aanpak. Verwerk

hierin waarom de actie aansluit bij het doel van de beleving, de doelgroep, het thema en de sfeer.

- Een beschrijving van jouw eigen rol tijdens de uitvoering van de actie. Maak hierbij gebruik van je opgestelde Plan van Aanpak uit opdracht 2.

In dit onderdeel verwerk je bijvoorbeeld de volgende onderwerpen:

➢ Beschrijf een voorbeeld van de manier waarop je contact gaat maken met de gasten.

➢ Beschrijf een voorbeeld van hoe jij jouw gedrag en acties gaat afstemmen op de

behoeften van gasten.

➢ Beschrijf met een voorbeeld op welke manier jij tijdens de actie zorgt dat je gedrag

aansluit bij het belevingsconcept van de organisatie (bijvoorbeeld. thema, de sfeer

en de interactie).

JE LEVERT DE UITWERKING IN VAN DE ACTIE DIE JE BEDACHT HEBT. 

Opdracht 4: geef een presentatie

Nadat je plan van aanpak en actie goedgekeurd zijn, ga je hierover een presentatie geven. Je vertelt in maximaal 10 minuten waarom jouw plan van aanpak en bedachte actie zorgen voor een betere beleving. Tijdens de presentatie maak je gebruik van opdracht 1, 2 en 3. 

LET OP: jullie horen nog wanneer deze presentaties plaats vinden (fysiek)

Opdracht 4: wat moet je doen?

• Zorg voor een overtuigend verhaal waarbij je gebruik maakt van de uitwerking van het Plan van

Aanpak en je bedachte actie.

• Maak een creatieve opzet voor je presentatie die aansluit bij het belevingsconcept.

• Laat tijdens de presentatie zien dat je denkt en handelt passend bij de gastenbeleving.

• Beantwoord de vragen van de contactpersoon

• Toon je bij het beantwoorden van de vragen vriendelijk, aandachtig, actief en begripvol

examen informatie

• moet in de BPV plaats vinden
• Moet afgenomen worden door de Examencoordinator van de stage , niet door de werkbegeleider
• heb je een PEP, moet de opdracht plaats vinden in de volgende BPV. 

heb je vragen?

Stel deze aan de docent van het keuzedeel