Maandag 19 juni lezen herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Donderdag 15 juni herhaling lezen P2 t/m 7

Welkom

Hoe moet je lezen om het onderwerp van de tekst te vinden?

1. Je moet precies lezen
2. Je moet oriënterend lezen
3. Je moet globaal lezen
4. Je moet de titel lezen

Noem de 5 tekstdoelen

Wat betekent het woord hoofdgedachte?

1. de belangrijkste zin van een alinea
2. het onderwerp van de tekst
3. een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
4. het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat staat er meestal in een inleiding

1. een voorstel
2. een vraag
3. Een grappig verhaaltje (anekdote)
4. een hoofdgedachte

Wat is een tekstdoel

1. een bepaald soort tekst
2. Wat de schrijver met de tekst wil bereiken

Wat is GEEN kenmerk van een alinea?
Een alinea

1. Een alinea begint op een nieuwe regel
2. Een alinea heeft een titel
3. Een alinea vertelt iets over een deelonderwerp van de tekst
4. Een alinea laat de regel inspringen

Hoe wordt het begin van een nieuw deelonderwerp (soms) duidelijk gemaakt?

1. een tussenkopje
2. een witregel
3. een hoofdletter
4. een titel

Tekstdoel?

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Overtuigen

Wat is een alinea?

1. Een stukje tekst.
2. Een tussenkopje.
3. De hele tekst.
4. Weet ik niet.

Veel teksten bestaan uit drie delen:
inleiding, middenstuk en slot

1. waar
2. niet waar

De kernzin van een alinea is altijd de eerste zin van die alinea.

1. waar
2. niet waar

Wat is globaal lezen

1. eerste zin lezen van een alinea
2. eerste en laatste zin lezen van een alinea
3. laatste zin lezen van een alinea
4. de hele tekst goed lezen

Een tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot. In welk deel vind je een samenvatting of conclusie?

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot
4. in alle drie

Aan de slag

Oefentoets maken