H3 lezen: feiten, meningen en argumenten

Welkom!
Hoofdstuk 3, lezen, feiten, meningen, argumenten
Nodig: leesboek, Nederlands boek en schrift / laptop
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Hoofdstuk 3, lezen, feiten, meningen, argumenten
Nodig: leesboek, Nederlands boek en schrift / laptop

Slide 1 - Tekstslide

1. Opening
2. 10 minuten lezen (ik deel gebruikersnamen en wachtwoorden uit voor Lessonup)
3. Inloggen Lessonup, uitleg H3 lezen en maken lessonup 
4. Zelfstandig werken, maken opdracht 3, 4, 5 en 6 uit het boek blz, 74 tm 79
6. Afsluiting


Deze les

Slide 2 - Tekstslide

Tien minuten lezen in stilte
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide



Je kan het verschil uitleggen tussen een feit, een mening en een argument
Je leert wat een recensie is
Je leert wat een advertorial is
Leerdoelen deze les:

Slide 4 - Tekstslide

Opfrissertje
  • Tekstdoelen: informeren, activeren (overhalen), overtuigen en amuseren 
  • Wat is het verschil tussen activeren en overtuigen?
  • tekstsoort: advertorial en recensie 

Slide 5 - Tekstslide

advertorial

Dit is een advertorial.

De reclameboodschap wordt verpakt in een verhaaltje.

Slide 6 - Tekstslide

Advertorial
Advertentie 
in een artikel




Is de informatie in een advertorial betrouwbaar?

Slide 7 - Tekstslide

advertorial
advertentie

Slide 8 - Tekstslide

  • Wat is het doel van een advertorial?




Activeren/overhalen om het product te kopen
Is een advertorial betrouwbaar?
Nee, want het bedrijf probeert je te activeren om iets te kopen
Nee, want er staat meestal een commerciële bron bij vermeld

In een advertentie kom je argumenten tegen waarom je een product moet kopen

Slide 9 - Tekstslide

WAT IS EEN RECENSIE?
  • re·cen·sie (de; v; meervoud: recensies)1beoordeling van een boek, voorstelling, film, concert, game, restaurant, televisieprogramma, expositie enz. in een dagblad of tijdschrift.

Slide 10 - Tekstslide

DOEL VAN EEN RECENSIE
Het is de bedoeling dat de lezer, aan de hand van een recensie, een oordeel kan vormen over het werk.
Omdat de recensent vaak ook zijn mening of oordeel geeft kan een recensie overtuigend of zelf activerend zijn als de lezer zijn mening een mening vormt/aanpast of besluit actie te ondernemen na het lezen van de recensie.

Slide 11 - Tekstslide

ONDERDELEN VAN EEN RECENSIE
  • Informatie over de inhoud van het werk.
  • Informatie over de maker.
  • Citaten.
  • Voorbeelden uit het werk.
  • Eigen oordeel met argumenten over het werk.
  • Herkenbaar door de sterren.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf één ding op wat je nog weet over feiten, meningen en argumenten.

Slide 13 - Woordweb

- Uitspraak over iets wat waar of onwaar is

Controleerbaar
Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is

Feit

Slide 14 - Tekstslide

- Wat iemand ergens van vindt

 Niet controleerbaar
Je kunt het eens of oneens zijn

Mening/standpunt

Slide 15 - Tekstslide

- Reden: waarom je iets vindt

Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen:
   - Ik vind dit zo, omdat……….
   - Ik vind dit zus, want……..
 (want en omdat zijn signaalwoorden)

Argument

Slide 16 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 21 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 22 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 23 - Quizvraag

  • WAT: H3 lezen opdracht 3 (blz. 74), 4 en 5 maken
  • HOE: Boek en schrift 
  • HULP: context gebruiken, theorie erbij pakken, overleggen, vinger opsteken
  • KLAAR: Nakijken 
Aan het werk!

Slide 24 - Tekstslide

  • Standaard mee: leesboek
1. Kun je een voorbeeld geven van een feit en een mening? Hoe kun je het verschil herkennen?**

2. Waarom is het belangrijk om feiten en meningen van elkaar te kunnen onderscheiden, bijvoorbeeld in nieuwsberichten of discussies?

3. Hoe kun je controleren of een bewering echt een feit is en niet zomaar aangenomen hoeft te worden?

4. Wat is volgens jullie het grootste verschil tussen een argument en een mening?

5. Hoe zou je iemand kunnen overtuigen als die persoon een andere mening heeft? Welk type argumenten zou je gebruiken?

6 Kun je een situatie bedenken waarin feiten en meningen door elkaar gehaald worden? Wat voor effect heeft dat?
Waarom wordt een advertorial gebruikt? Wat is het doel?
  
   
10. **Welke vragen hebben jullie nog over het herkennen van feiten, meningen of het opbouwen van een goed argument?**
   










Afsluiting

Slide 25 - Tekstslide