Les 2 cursus argumenteren: genrekennis en argumentatiestructuur

Goedemiddag
Pak je boeken, schrift en een pen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag
Pak je boeken, schrift en een pen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Lesdoelen
  • Terugblik begrippen argumenteren online les
  • Opdracht 1: genrekennis: oefenen met voorbeeldteksten
  • Genre bespreken
  • Opdracht 2: analyseer een tekst en maak een argumentatiestructuur
  • Les afsluiten / lesdoelencheck
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

https://create.kahoot.it/details/7268ebba-f868-4252-ba97-a73874a392c9
Lesdoelen
  • Je leert over tekstgenres en genrekennis;
  • Je kunt argumenten in de voorbeeldteksten herkennen en in een argumentatiestructuur plaatsen;
  • Je kunt deze argumenten beoordelen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik. Hoe zit het ook alweer?
1. Leg onderstaande begrippen aan elkaar uit:
- Argumentatiestructuur
- Enkelvoudige argumentatie
- Nevenschikkende argumentatie
- Onder- nevenschikkende argumentatie

2. Leg aan elkaar uit hoe je een argumentatie uit een tekst in een argumentatiestructuur moet plaatsen. Leg daarbij ook uit wat het pijltje naar beneden betekent en hoe je kunt controleren of je argumentatiestructuur klopt.




timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
oefenen met tekstvoorbeelden
Lees samen de teksten die je krijgt. Vul daarna de tabel in op de achterkant.

Na tien minuten bespreken we de opdracht.
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken: oefenen met tekstvoorbeelden
Wat is het doel van de teksten?
Waar komen deze teksten in voor? Wat is de bron?
Voor welk publiek is de tekst geschreven?
Wat is de inhoud van de teksten? Waar gaan de teksten over?
Hoe is de tekst opgebouwd? Waar staat de belangrijkste informatie?
Wat voor taalgebruik zie je in de tekst? Denk aan: toon, stijl, humor, zakelijk, informeel...
Hoe ziet de tekst eruit, dus wat is de vorm van de tekst? Met/zonder afbeeldingen, hoe lang..
Wat waren overeenkomsten en verschillen tussen de twee groepen? 
Kijk na de bespreking op blz. 59 van je theorieboek. Welke tekstsoort en welke tekstvorm past hier het beste bij?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoort (genre): Betoog
Tekstvorm: ingezonden brief / lezersreactie
Doel: overtuigen (standpunt/mening+ argumenten)
Bron: kranten
Publiek: lezers van de krant
Inhoud: een reactie op een kranten- of nieuwsartikel
Belangrijkste informatie: bovenaan in de tekst
Taalgebruik: veel mogelijkheden, afhankelijk van de mening van de schrijver. Zakelijk, serieus, verontwaardigd, ironie, lichte spot.
Vorm: titel, kort maar kernachtig, naam en plaatsnaam onderaan.
 



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoort (genre): Betoog
Tekstvorm: ingezonden brief / lezersreactie
Eisen van de krant

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: 
Ingezonden brief analyseren
  • Je gaat samen een ingezonden brief lezen. Het is een reactie op een artikel over het woord 'asielcrisis'.

  • Maak samen de vragen van opdracht 2 en maak een argumentatiestructuur bij de ingezonden brief.

Na 15 minuten: argumentatiestructuren vergelijken met ander duo en vragen bespreken.

timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatiestructuur opdracht 2
Het argument mensen ervaren een asielcrisis is een onwaardig argument.
Het is een echoput.
Je zegt jaren tegen mensen dat er een crisis is.
Je hoort mensen zeggen dat er een crisis is.
Je roept een crisis uit.
Het is slaafs.
Leiders horen niet het gevoel van mensen te volgen, maar feiten en argumenten.
Het is onwaar.
Mensen ervaren geen crisis.
Ze hebben problemen die niet worden opgelost zoals overlast in Ter Apel en woningnood.
Het is misleidend.
De crisis is ons niet overkomen.
De crisis is een gevolg van onwil en beleid.
Het is onterecht.
Er wordt een wet aan de kant geschoven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: 
Ingezonden brief analyseren
Klassikaal bespreken

- Argumentatiestructuur goed?
- Vonden jullie de argumentatie aanvaardbaar? Hoe kwam dat?
- Welke argumenten vonden jullie goed en/of minder goed en hoe kwam dat?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelencheck
Lees de lesdoelen en geef jezelf een cijfer. Als je het lokaal verlaat, geef dan je cijfer door aan de deur bij de docent.

  • Je leert over genrekennis;
  • Je kunt argumenten herkennen en in een argumentatiestructuur plaatsen;
  • Je kunt deze argumenten beoordelen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies