Verwijswoorden: deze, die, dit, dat

Programma
1. Spreekoefeningen blz. 50 B1, deel 2
2. Verwijswoorden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
1. Spreekoefeningen blz. 50 B1, deel 2
2. Verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreek samen in groepjes
timer
7:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deze die dit dat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na deze les:
  • ken ik de verwijswoorden deze, die, dit en dat
  • weet ik waarom deze verwijswoorden worden gebruikt


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je verwijswoorden?

timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

deze - die - dit - dat
deze die dit dat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE, DIE
Bij 'de-woorden' + meervoud

De jongen: 
Ga maar op deze stoel zitten
Die jongen aan de overkant van de straat


Bespreek in groepjes (3 minuten)
Hoeveel andere voorbeelden weten jullie?
Schijf deze op



timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 DIT, DAT
-  Bij 'het-woorden' + enkelvoud

Het meisje:
Hier is dit meisje,
daar is dat meisje

Bespreek in groepjes (3 minuten)
Hoeveel andere voorbeelden kunnen jullie? 
Schrijf deze op 

timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar... let op!
Dit is .....
Dat is ....
Dit zijn ....
Dat zijn .....

  • Bedenk in je groepje zinnen (2 minuten)
  • (nu heten het aanwijzende voornaamwoorden)
  • verwijswoorden / aanwijzende voornaamwoorden
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb les in ... (het) lokaal. (dichtbij)
timer
0:30
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ging vroeger naar ... (de) school.(veraf)
timer
0:30
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wil je ... (het) t-shirt kopen? (veraf)
timer
0:30
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is ... (de) computer van jou? (dichtbij)
timer
0:30
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... is onze school. (veraf)
timer
0:30
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden
Waar (ver)wijzen
-die?
- die?
- dat
naar?

Slide 16 - Tekstslide

woord
stukje tekst
zin
Verwijswoorden, wijzen naar:
  1. Personen of dingen
  2. Ze hebben zelf geen betekenis
  3. Ze wijzen vaak naar terug naar iets = eerder geschreven/ gezegd

Zonder verwijswoorden  is een tekst heel saai!
(Zie de volgende dia)

Slide 17 - Tekstslide

woord
stukje tekst
zin
Hoe ziet de 2e zin eruit zonder verwijswoorden?
Bespreek in je groepje
  1. Personen of dingen
  2. Ze hebben zelf geen betekenis
  3. Ze wijzen vaak naar terug naar iets = eerder geschreven/ gezegd

Zonder verwijswoorden  is een tekst heel saai!
timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na deze les:
  • ken ik de verwijswoorden deze, die, dit en dat
  • weet ik waarom deze verwijswoorden worden gebruikt


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies