Bijwoordelijke bepaling

Wat gaan we doen?
  1. spelling
  2. grammatica
  3. bijwoordelijke bepaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  1. spelling
  2. grammatica
  3. bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Wie ... er meer dan 100 euro?
A
bied
B
biedt
C
biet

Slide 3 - Quizvraag

Het is wel koud, maar we zitten ... binnen.
A
tuminste
B
tenminste
C
te minste
D
teminste

Slide 4 - Quizvraag

Kent u .. toneelstukken?
A
Tsjechov's
B
Tsjechovs

Slide 5 - Quizvraag

Veel collega's zijn ongeïnteresseerd, maar .. houding is de laatste tij verbeterd.
A
jouw
B
jou

Slide 6 - Quizvraag

Grammatica

Slide 7 - Tekstslide

De arts schreef de patiënt een kuur voor.

persoonsvorm

Slide 8 - Open vraag

De arts schreef de patiënt een kuur voor.

onderwerp

Slide 9 - Open vraag

De arts schreef de patiënt een kuur voor.

werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Open vraag

De arts schreef de patiënt een kuur voor.

lijdend voorwerp

Slide 11 - Open vraag

De arts schreef de patiënt een kuur voor.

meewerkend voorwerp

Slide 12 - Open vraag

Bijwoordelijke bepaling

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een bijwoordelijke bepaling?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 16 - Open vraag

Naast een hond of kat worden gekko's en leguanen aangeschaft

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 17 - Open vraag

Bereid de zin uit met een plaats.

Voor haar kinderen kookt mevrouw Smith een gezonde maaltijd.

Slide 18 - Open vraag

Wat weet je nu?

Slide 19 - Tekstslide