Havo 1: grammatica zinsdelen H6
1 / 30
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Huiswerk
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
"Vorige week gaf ik jou een cadeau."
A
Vorige week
B
jou
C
Ik
D
een cadeau
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?
"Vorige week gaf ik jou een cadeau."
A
Vorige week
B
jou
C
ik
D
een cadeau
Slide 12 - Quizvraag
Heb je op de basisschool de bijwoordelijke bepaling al gehad?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
"Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind."
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
"Naast een hond of kat worden gekko’s en leguanen aangeschaft."
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
"De zorg voor deze diersoorten moet je niet onderschatten."
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
"Gekko’s kunnen ondersteboven klimmen."
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
"Je kunt deze diertjes nauwelijks aaien."
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
"Een konijn, hamster of cavia kun je tenminste knuffelen."
