Rekenopdrachten H3.1 en H3.2

Rekenopdrachten H3.1 en H3.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rekenopdrachten H3.1 en H3.2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Samen rekenopdrachten maken

  • Zelfstandig werken  

Slide 2 - Tekstslide

Afschrijvingen
Een bedrijf rekent per jaar de waardevermindering van kapitaalgoederen uit. 

Afschrijving = de jaarlijkse waardevermindering 

Slide 3 - Tekstslide

Afschrijvingen
Een bedrijf koopt een machine voor €50.000. Na vijf jaar wordt deze verkocht voor de restwaarde van €5.000.
a) Bereken de totale afschrijving


b) Bereken de afschrijving per jaar

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Afschrijvingen
Een bedrijfsmachine kostte € 20.000,-. Hij heeft een levensduur van 3 jaar en na die periode is de restwaarde € 12.500.

a) Bereken de totale afschrijvingen

b) Bereken de afschrijving per jaar.

Slide 5 - Tekstslide

Kostprijs
Kostprijs per product = gemiddelde kosten voor het maken van één product.
 

Slide 6 - Tekstslide

Kostprijs
Een bedrijf  produceert boeken. De vaste kosten zijn €8.000 en de variabele kosten zijn €5 per boek. 
In totaal worden er 100 boeken gemaakt

a) Wat zijn de totale variabele kosten 

b) Wat is de kostprijs per boek?

timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Kostprijs
Een bedrijf produceert per maand 100 gala jurken. De vaste kosten zijn €10.000 per maand en de variabele kosten per jurk zijn €50,00.
a) Bereken de totale variabele kosten per maand

b) Bereken de kostprijs per jurk 

Slide 8 - Tekstslide

Consumentenprijs 
Inkoopprijs via Ali Express: 3,00

Je wil paar crocs 80 % winst maken 
Brutowinst opslag




Slide 9 - Tekstslide

Consumentenprijs 
Inkoopprijs via Ali Express: 3,00
  

Je wil paar Crocs 80 % winst maken
Brutowinstopslag
De overheid wil ook een beetje verdienen. Daarom komt er in de supermarkt ook nog BTW bij 
Consumentenprijs 

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenprijs 
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Consumentenprijs
Kees koopt voor zijn kledingwinkel spijkerbroeken in voor €25. Hij berekent een brutowinstopslag van 80% van de inkoopprijs. Het btw-percentage is 21%.
a) Bereken de verkoopprijs. 

b) Bereken de consumentenprijs.


Slide 12 - Tekstslide

Netto resultaat
Omzet : Hoeveel geld er in de kassa lade terecht komt

Nettoresultaat: Kan winst of verlies zijn 

Slide 13 - Tekstslide

Netto resultaat





                           Bij een bedrijf worden 100 telefoons verkocht voor € 500 per stuk. Hoeveel is de omzet?
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Consumentenprijs
De verkoopprijs van een iPad is €500. In een maand worden er 1.550 verkocht. Men koopt ze in voor €550.000. In totaal heeft het bedrijf €5.000 aan bedrijfskosten per maand.
a) Bereken de omzet.
b) Bereken de brutowinst.
c) Bereken het nettoresultaat en schrijf erbij of het om winst of verlies gaat. 



Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag! 
H3.1: Opdracht 1 t/m 9
H3.2: Opdracht 1 t/m 10

Slide 16 - Tekstslide