les 4 verwijsfouten (vervolg)

Formuleren les 4 Verwijsfouten
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formuleren les 4 Verwijsfouten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Toets lezen inzien: gemiddeld 7,5 
  • Literatuur lezen
    - Ik mis nog 4 leerlingen in de tabel in teams
    - 30 januari leesboek uit (over drie weken)
    - 13 januari inleverdatum duo-opdracht (over vijf weken)

Slide 2 - Tekstslide

Toets lezen inzien

Slide 3 - Tekstslide

Wat is formuleren?
Als schrijver/ spreker vraag je je af...
vraag 1: wat ga ik zeggen? (inhoud)
vraag 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is formuleren?
Als schrijver/ spreker vraag je je af...
vraag 1: wat ga ik zeggen? (inhoud)
vraag 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is formuleren?
Als schrijver/ spreker vraag je je af...
vraag 1: wat ga ik zeggen? (inhoud)
vraag 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)
Als poëtische versiering, of om iets te benadrukken 
= stijlfiguur
Als afwijking op correct Nederlands = stijlfout

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Je herkent stijlfiguren en stijlfouten in een tekst.
  • 1. Pleonasme 2. Tautologie 3. Dubbele ontkenning
  • 4. Contaminatie
  • 5. Verkeerd verwijzen
  • 6. Incongruentie
  • 7. Dat/als-constructie
  • 8. Foutieve samentrekking
  • 9. Foutieve beknopte bijzin
  • 10. Onjuist begrenzen
  • 11. Onjuiste inversie 



Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Je herkent stijlfiguren en stijlfouten in een tekst.
  • 1. Pleonasme 2. Tautologie 3. Dubbele ontkenning
  • 4. Contaminatie
  • 5. Verkeerd verwijzen
  • 6. Incongruentie
  • 7. Dat/als-constructie
  • 8. Foutieve samentrekking
  • 9. Foutieve beknopte bijzin
  • 10. Onjuist begrenzen
  • 11. Onjuiste inversie 



Slide 8 - Tekstslide

Formuleren H2 Verwijswoorden

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaat er vaak fout?
1. Mannelijk, vrouwelijk, en onzijdig (geslacht)
2. Het woord ‘wat’ of 'dat'?
3. Hen of hun?
4. Wie of waar?
5. Slordig verwijzen

Slide 10 - Tekstslide

vorige les:
Fouten met verwijswoorden:
1) mannelijk of vrouwelijk?
2) wat of dat?
                                                                





bnnvara
03-2021


Slide 11 - Tekstslide

mannelijke, vrouwelijk, of onzijdig?
Het woorden zijn ....
De woorden zijn ....

Slide 12 - Tekstslide

Hoe weet je dat nou? Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig

Slide 13 - Tekstslide

Hoe weet je dat nou? Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Zie reader

Slide 14 - Tekstslide

Hoe weet je dat nou? Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Zie reader

Slide 15 - Tekstslide

'wat' of 'dat'
In welke drie gevallen is het ook alweer 'wat'?

Slide 16 - Tekstslide

'wat' of 'dat'
Wat is goed?
Onthoud: je verwijst alleen met wat:
  1. Bij de overtreffende trap
    dat is het allerlekkerste wat ik ooit heb gegeten.
  2. Na een onbepaald voornaamwoord (alles wat ik wil..., iets wat..., niets..., het enige...) Iets wat weinig mensen weten is dat de donder en bliksem tegelijk ontstaan bij onweer.
  3. Als je terugverwijst naar een hele zin
    De hele klas heeft een voldoende gehaald, wat ik erg knap vind.






Slide 17 - Tekstslide

Nog meer verwijsfouten
- met wie? of waarmee?
- hen en hun?
- onduidelijk verwijzen

Ga naar je reader op blz. 6

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen met verwijsfouten. Reader blz. 12, 13
Maak opdracht E, zin 4 en 8
En opdracht F en G

We kijken ze zo na


Slide 19 - Tekstslide

Oefenen met verwijsfouten. Reader blz. 12, 13
Maak opdracht E, zin 4 en 8

  • 4 over wie
  • 8 met wie

Slide 20 - Tekstslide

F Oefenen met verwijsfouten. Reader blz. 12, 13
1. Het lekkerste wat ik ooit heb gegeten, is truffelpasta met kaas.
2. Mijn broertjes zijn erg rommelig, dus mijn moeder heeft hun duidelijk gemaakt dat ze elke week zelf moeten stofzuigen.
3. De kinderen met wie wij vroeger speelden, zijn inmiddels allemaal verhuisd.
4. Mijn moeder bakt elk jaar zelf oliebollen, wat altijd erg lekker is.
5. Alles wat ik voor de toetsweek moet leren, houd ik bij in deze app.
6. Het hondje waarmee ik regelmatig een rondje ga lopen, is van mijn buren.

Slide 21 - Tekstslide

F Oefenen met verwijsfouten. Reader blz. 12, 13

7. Denk je dat ik voor hen beter wat vegetarisch kan klaarmaken, of is vis ook
goed?
8. Het installatiewerk is gedaan door ervaren monteurs over wie nog nooit een klacht is ingediend.

Slide 22 - Tekstslide

Na de omwenteling kon de Libische bevolking eindelijk middels verkiezingen ... stem laten horen.
A
Zijn
B
Haar
C
Het
D
Zij

Slide 23 - Quizvraag

Zo'n groot bedrijf zal voor ... werknemers toch wel een goede afvloeiingsregeling hebben; of heeft ... nooit over dat soort voorzieningen nagedacht?
A
haar, zij
B
hen, hij
C
zijn, het
D
zijn, zij

Slide 24 - Quizvraag

Friesland heeft ... grote meren, Emmeloord ... Poldertoren en deze Noord-Hollandse vesting heeft ... zeventiende-eeuwse verdedigingswerken om toeristen aan te trekken.
A
Hem, zijn, zijn
B
Haar, haar, zijn
C
Haar, hem, het
D
Zijn, zijn, haar

Slide 25 - Quizvraag

Onze bibliotheek gaat al ... leden voorzien van een chipkaart, waarmee ze maandelijks tien uur gratis kunnen internetten.
A
Haar
B
Zijn
C
Hem
D
Het

Slide 26 - Quizvraag

Heeft de arts ... niet verteld dat ... in de tropen veel risico lopen op besmettelijke ziekten?
A
hen , ze
B
hun, hun
C
hen, hun
D
hun, ze

Slide 27 - Quizvraag

Misschien moet je maar aan ... vragen of ... je na het feest naar het station kunnen brengen.
A
hun, hun
B
hun, ze
C
hen, ze
D
hen, hen

Slide 28 - Quizvraag

Vroeg of laat zal een van ... met de waarheid voor de dag moeten komen.
A
Hun
B
Hen
C
Ze
D
Zij

Slide 29 - Quizvraag

Toen ... hem om een extra verlofdag vroegen, zei de rector tegen ... dat hij daar geen mogelijkheden voor zag.
A
Hun, hun
B
Zij, hen
C
zij, zij
D
zij, hun

Slide 30 - Quizvraag

In dat huis zouden we nog wel willen wonen, maar... hier vinden we afzichtelijk.
A
Dat
B
Wat
C
Dit
D
Die

Slide 31 - Quizvraag

De aannemer had voor de verbouwing de verkeerde kozijnen besteld, ... hem op een flinke kostenpost kwam te staan.
A
Deze
B
Dat
C
Dit
D
Wat

Slide 32 - Quizvraag

Het oude handschrift... daar tentoongesteld is, beschrijft het verhaal van ridder Walewijn en het zwevende schaakbord.
A
Dat
B
Die
C
Wat
D
Wie

Slide 33 - Quizvraag

Een voorzitter over ... zoveel mensen klagen, kan beter opstappen en zijn positie ter beschikking stellen.
A
Wat
B
Die
C
Wie
D
Dat

Slide 34 - Quizvraag

1. Elise heeft de jongen ... ze prachtige cd's cadeau kreeg, hartelijk bedankt.
A
Waaraan
B
Aan wie
C
Van wie
D
Wie

Slide 35 - Quizvraag

2. Heb je het gereedschap ... je het toilet gerepareerd hebt, bij de GAMMA gekocht of bij de Praxis?
A
Waarmee
B
Waar
C
Waaraan
D
Wat

Slide 36 - Quizvraag

3. Van de directie mocht Niels het t-shirt ... de tekst 'I'm the devil' stond, op school niet meer dragen.
A
Op wie
B
Waaraan
C
Waar
D
Waarop

Slide 37 - Quizvraag

4. Als ze de kans kreeg, las Meline stiekem alle sms'jes ... haar vriend antwoord had gegeven.
A
Waarop
B
Waaraan
C
Aan wie
D
Waar

Slide 38 - Quizvraag