pH berekeningen
1 / 11
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Bij een pH van 3,50 is de molariteit H⁺ ionen tussen de
A
0,0010 en 0,00010 M
B
3,0 en 4,0 M
C
0,0010 en 0,010 M
D
0,0010 en 0,0015
Slide 7 - Quizvraag
Als ik 0,7 mol HCl leidt door 3,0 liter water, wat wordt dan H⁺ molariteit?
A
2,1 M
B
3,0 M
C
2,3 M
D
0,23 M
Slide 8 - Quizvraag
Als de [H⁺] = 0,123 M wat is dan de pH?
A
pH = 0,910
B
pH = 0,0123
C
pH =1,03 M
D
pH =-0,910
Slide 9 - Quizvraag
Als een oplossing van een sterk zuur met een
pH = 4,6
10 keer verdund wordt, dan is de pH na afloop:
pH = 4,6
10 keer verdund wordt, dan is de pH na afloop:
A
pH=3,6
B
pH=4,6
C
pH=5,6
D
pH = 7
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel mol H⁺ ionen bevat 100 mL oplossing met een pH =1,00
A
1,00 mol
B
0,100 mol
C
0,0100 mol
D
0,00100 mol
