Terugblik Skelet, Beenweefsel en Kraakbeenweefsel, Beenverbindingen beweeglijk/onbeweeglijk
Spieren 5.4
Houding en beweging 5.5
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
16 maart
Toets herkansing na Domeinweek
Terugblik Skelet, Beenweefsel en Kraakbeenweefsel, Beenverbindingen beweeglijk/onbeweeglijk
Spieren 5.4
Houding en beweging 5.5
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Spieren
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen 5.4
Je kunt de onderdelen van spieren benoemen.
Je kunt de functies van de onderdelen van de spier benoemen.
Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn
Je kunt uitleggen hoe spieren beweging mogelijk maken
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Onderdelen van de spier
Spiervezel => spiercellen bij elkaar
Spierbundel => spiervezels bij elkaar
Spier => spierbundels bij elkaar
Spierschede => zit om de spier heen, zit vastgegroeid aan de pees
Pees => hiermee zit de spier vast aan een bot
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Antagonisten = spieren met een tegengestelde werking
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Antagonisten
Iedere spier heeft een antagonist.
Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!
Slide 11 - Tekstslide
Iedere spier heeft een antagonist.
Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!
Slide 12 - Tekstslide
Iedere spier heeft een antagonist.
Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren
spiercellen
spierstelsel
B
Spierstelsel
Spieren
Spiercellen
C
Spiercellen
spieren
spierstelsel
Slide 14 - Quizvraag
Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen
Slide 16 - Quizvraag
Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren
Slide 17 - Quizvraag
Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen
Slide 18 - Quizvraag
Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.
.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren
2: spieren
B
1: pezen
2: pezen
C
1: pezen
2: spieren
D
1: spieren
2: pezen
Slide 19 - Quizvraag
Spierpijn/kramp
Spierpijn: Afvalstoffen in de spieren, spieren doen pijn of stijf gevoel.
Kramp: spier voelt hard en erg pijnlijk.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Aan de slag
opdracht 5.4
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen 5.5
Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en hoe je hiermee rugklachten kunt voorkomen
Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid
Slide 23 - Tekstslide
Houding en beweging
De wervelkolom:
Wervels die bovenop elkaar liggen met een stukje kraakbeen tussenwervelschijven.
De tussenwervelschijven: schokbrekers, zorgen ervoor dat de wervelkolom een beetje kan bewegen.
De s-vorm wordt in stand gehouden door rugspieren die aan de wervels zijn bevestigd.
Slide 24 - Tekstslide
Wervelkolom
Heeft een dubbelen-S-vorm
De dubbele-S-vorm wordt in stand gehouden door spieren
De tussenwervelschijven werken als schokbrekers
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Houding en beweging
Door een verkeerde houding worden ook de tussenwervelschijven aan een kant meer belast dan aan een andere kant: ze kunnen dan hun veerkracht verliezen.
Je hebt dan meer kans op nek- en rugklachten en het kan zelfs voorkomen dat een tussenwervelschijf kapot gaat en dat je een hernia krijgt
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Houding en beweging
Om nek- en rugklachten te voorkomen is een goede lichaamshouding belangrijk: goed staan en een goede zithouding.
Ook is het belangrijk dat je op een juiste manier tilt.