Les 4- Verbrandingsreacties

Verbrandingsreacties
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Verbrandingsreacties

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- SO reactievergelijkingen
- Wat is een verbrandingsreactie
- Volledige en onvolledige verbranding
- Aanwezigheid van bepaalde stoffen aantonen
- 3 voorwaarden voor verbranding

Slide 2 - Tekstslide

Verbranding
Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, waarbij warmte het proces in stand houdt tot het brandstof op is. Er zijn 3 voorwaarden om een verbrandingsreactie te krijgen.
- brandstof      
- zuurstof      
 - temperatuur hoog genoeg

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verbrandingsreactie
Je start met een brandstof. Dit moet een brandbare stof zijn! Water krijg je niet aangestoken.
Zonder zuurstof; geen verbranding. De zuurstof die vaak wordt gebruikt is de zuurstof uit de lucht. Als het zuurstof gehalte hoog is zal de brand sneller en heftiger zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Verbrandingsreactie
Het laatste onderdeel is ontbrandingstemperatuur. Papier met zuurstof om zich heen verbrand ook niet spontaan. 
Er is een minimale temperatuur nodig om de chemische reactie tot stand te laten komen. Er is een energie barrière die met warmte gepasseerd moet worden. 
Voor elke stof is dit anders, het is dus een stofeigenschap

Slide 6 - Tekstslide

Welke 3 voorwaarden zijn er voor een verbrandingsreactie?

Slide 7 - Woordweb

Brandblussen
Het weg nemen van een voorwaarde is het makkelijkste, bijvoorbeeld de brandstof weg halen of uitzetten. 
Soms iets bedekken met een deksel zodat de zuurstof toevoer wordt afgesloten.
Ook de temperatuur kan zo verlaagd worden dat de ontbrandingstemperatuur te weinig energie krijgt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Verbrandingsproducten
Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en krijg je nieuwe reactie producten. Die producten worden bij een verbranding oxides genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 11 - Tekstslide

Volledig en onvolledige verbranding
Een volledige verbranding kan alleen plaats vinden als er voldoende zuurstof aanwezig is. Bij een onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof aanwezig. Bij een onvolledige verbranding komen stoffen zoals roet en koolstofmono-oxide vrij.

Slide 12 - Tekstslide

Verbrandingsreactie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Als we een stof aantonen gebruiken we een reagens, deze reagens is een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof zichtbaar kan maken. 

Slide 15 - Tekstslide

Water aantonen
Met kopersulfaat kan je water aantonen. Het witte poeder kleurt blauw zodra het in aanraking komt met water.

Slide 16 - Tekstslide

CO2 aantonen
Klakwater is een heldere oplossing. Met koolstofdioxide kan je het kalkwater laten veranderen in een troebele stof.

Slide 17 - Tekstslide

Zwaveldioxide aantonen
Joodwater is een gele helder oplossing en een goede reagens voor zwaveldioxide. 
Als het zwaveldioxide door het joodwater gaat, wordt het joodwater kleurloos

Slide 18 - Tekstslide

Zuurstof aantonen
Zuurstof kan je aantonen door bij vrijkomend gas een gloeiende houtspaander te houden. Het zal veel feller en sneller gaan gloeien als er genoeg zuurstof aanwezig is.

Slide 19 - Tekstslide

Onvolledige verbranding aantonen
Aan de kleur van de vlam kan je zien wat voor verbranding het is. Als het een gele vlam is; is het een onvolledige verbranding.
De gele vlam vormt roet.

Slide 20 - Tekstslide