Politiek: De Rechtsstaat

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke invalshoek?
"Wat zijn de financiële belangen van de betrokkenen?"
A
sociaal-economische
B
politiek-juridische
C
sociaal-culturele
D
veranderings- en vergelijkende

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke invalshoek?
"Wat heeft de overheid tot nu toe aan het probleem gedaan?"
A
sociaal-economische
B
politiek-juridische
C
sociaal-culturele
D
veranderings- en vergelijkende

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkeloosheid is een maatschappelijk probleem, maar geen politiek probleem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle maatschappelijke problemen komen op de politieke agenda terecht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De overheid moet zich net als burgers "gewoon" aan de wet houden
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Rechtsstaat
D
Parlementaire democratie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel, de tbs-regeling heeft niet het beoogde effect.
Welke macht binnen de trias politica beslist dan of deze regeling moet worden veranderd of afgeschaft?
A
De wetgevende macht.
B
De uitvoerende macht.
C
De rechterlijke macht.
D
Volgens de ‘checks and balances’: de drie machten samen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De regering
Het parlement
Rechters

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat verkeersboetes niet het gewenste effect hebben. Welke macht binnen de Trias Politica beslist dan of deze regeling moet worden veranderd of afgeschaft?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
De drie machten samen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zit Wilders in de rechtbank vanwege zijn opmerking over meer of minder Marokkanen. Welke twee grondrechten zijn hier met elkaar in conflict?
A
Het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting.
B
Het recht op vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.
C
Het recht om jezelf te zijn en het verbod op discriminatie.
D
Het recht op vrijheid van meningsuiting en het verbod op discriminatie.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mogen rechters in Nederland een straf niet helemaal zelf bepalen?
A
Omdat rechters daarvoor te weinig kennis hebben.
B
Omdat we in Nederland de trias politica hebben.
C
Omdat de overheid dit doet.
D
Omdat we in Nederland geen onafhankelijke rechters hebben.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat maken rechters de wetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Onjuist; dit doet de overheid. 

In de 2e kamer komt een wetsvoorstel binnen. Als ze hier akkoord zijn moet het nog aangenomen worden door de eerste kamer. 
In een rechtsstaat is de macht verdeeld over drie groepen.
Welke drie groepen zijn dit?
A
De controlerende, de rechterlijke en de wetgevende macht
B
De burgerlijke, de regerende en de rechtsprekende macht
C
De rechterlijke , de uitvoerende en de wetgevende macht

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitleg past het beste bij het begrip: rechtsstaat?
A
De belangrijkste rechten die in een land gelden
B
Staatsvorm waarbij burgers invloed hebben op de besluiten van de politiek
C
Alle die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen, gelijk behandeld
D
Een land waarin de rechten en plichten van de burger en overheid zijn vastgelegd.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat mag een journalist schrijven wat hij wil
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Geen smaad en laster. 
Welke macht hoort bij de volgende uitspraak:

"De minister belooft strenger te controleren op handsfree bellen op de fiets".
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke macht hoort bij de volgende uitspraak:

"Dion wordt veroordeeld voor een taakstraf van 15 uur".
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke macht hoort bij de volgende uitspraak:

"Het CDA pleit voor het sluiten van alle coffeeshops".
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies