Machtenscheiding
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een andere benaming voor 'machtenscheiding'?
Slide 2 - Open vraag
Welke 3 machten zijn er?
Slide 3 - Open vraag
Welke macht zien we hier afgebeeld?
Slide 4 - Open vraag
Welke soort macht heeft de regering?
A
Alleen wetgevende macht
B
Alleen rechterlijke macht
C
Rechterlijke en wetgevende macht
D
Wetgevende en uitvoerende macht
Slide 5 - Quizvraag
Leg uit wat 'checks en balances' met de machtenscheiding te maken heeft.
Slide 6 - Open vraag
Stel, de tbs-regeling heeft niet het beoogde effect. Welke macht binnen de trias politica beslist dan of deze regeling moet worden veranderd of afgeschaft?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
Volgens het principe van 'checks and balances', alle 3 samen
Slide 7 - Quizvraag
Het doel van de trias politica is dat:
A
burgers hun belangen beter kunnen verdedigen.
B
burgers en overheid evenveel macht krijgen.
C
politici meer bevoegdheden krijgen om te besturen.
D
burgers beschermd worden tegen de overheid.
Slide 8 - Quizvraag
Ministers in Nederland hebben meer macht dan gewenst in een ideale trias politica. Leg uit.
Slide 9 - Open vraag
Waar is sprake van uitvoerende macht?
A
Een minister bereidt een wetsvoorstel voor.
B
Ambtenaren maken nieuwe richtlijnen voor subsidieaanvragen.
C
De Tweede Kamer wil minder files in Nederland.
D
Het parlement stelt het beleid van een minister ter discussie.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe wordt de onafhankelijkheid van rechters gewaarborgd?
Slide 11 - Open vraag
Welke afbeelding hoort er niet bij?
A
A
B
B
C
C
D
D
